groote zaken spreek ik nu niet, schoon 't de vraag is of niet de kleine door grooter invloed de grootere zyn! De pers (ook na Uw Zaaier!) het voortdurend ignoreeren van m'n betrekking tot de indische zaken, de vuile aanvallen van v. Vloten, andere dito dito van onbekenden, 't zwygen van Heemskerk, en meer dingen! Waartoe alles optenoemen?
Tot Mina Kr. toe doet me verdriet aan. Ik schryf er u maar niet over. Als je m'n verstoordheid niet billykt, zou ik vruchteloos werk doen, en omgekeerd, beschuldig je háár, wat ik ook niet pleizierig vind. Ik heb 't land op haar, en voel er smart over. Ei zie, daar heb je nu al iets van wat ik zoo even zei over 't aannemen van hulp. Met allerliefste gulheid kwam ze my tehulp. Nu meen ik reden te hebben van verstoordheid. Wat moet ik nu doen?-
Wat Feringa aangaat... Kyk, ik spreek hem vry van booze bedoeling. Maar wat helpt me dit als-i me plompheden aandoet? Sans comparaison (want hy is geen ezel) denk ik aan 't onjuiste: ‘stoor je aan 't schoppen van 'n ezel niet.’ Aan welke schoppen moet of mag men zich dan wél storen? Vlinders schoppen niet.
Nog-eens, hy is waarlyk geen ezel. Maar dat iemand met goede intelligentie in 't abstracte zoo godvergeten plomp kan zyn in iets van dagelykschen aard, is toch kurieus. Waarom kan hy (nu-endan) 'n filosofisch vraagstuk of begrypen of oplossen, en niet 'n zaakje dat ieder gewoon fatsoenlyk - opgevoed kind hem zou kunnen leeren? Zie hier hoe 't in elkaer zit. Ik moet het u wel uitleggen, anders verdenkt ge my van overdreven prikkelbaarheid. (Ik schreef het aan Versluys ook.)
Bedenk dat ik van Uw welwillend plan niet het rechte wist. Je schreef kort na N. jaar: ‘'tjaar stelt zich goed in. Eerstdaags zend ik je 'n paar honderd gulden.’
(Het deed me al en niet genoegen tegelykertyd. Dan eens dacht ik: och, doe 't niet, dan eens betrapte ik me op 't maken van 'n begrooting. Daarop stond 'n sommetje aan Eduard voor zyn verjaardag, en... hemden voor Mimi en my! Maar ik weifelde. Daarom ook schreef ik niet. Hoe dit zy, ik dacht alleen (....)
Door z'n ‘Vrye Gedachte’ staat hy in relatie met Marie Anderson. Ze leverde daarin nu-en-dan wat (vry slecht gearrangeerde) compilaties. Doch ook zonder dat punt van aanraking, by al haar andere fouten heeft ze ook den tic altyd korrespondentie te voeren