king publiek bekend wordt. Maar dit zou verkeerd zyn. Het zou de stemming noodeloos verbitteren. Maar aan den anderen kant zou dan 't Publiek weten waarmee je te stryden hebt.
(....)
Vosmaer schreef onlangs: ‘Natuurlyk ga ik er heen (naar Rottm.) en ik zal doen wat ik kan.’
(Of ‘haar helpen waar ik kan’ of zoo iets. Hy zal bedoelen door 't oefenen van invloed op 't Publiek.)
Ja, spreek met Vosmaer over de tegenwerking die je ondervindt. Hy is trouw en hartelyk, en zal gewis 't zyne doen, om - als dit mocht noodig zyn - te doen weten wat niet op uw rekening mag gezet worden.
Maar ik erken dat dit geen hoofdzaak is. De misères die je ondervindt, werken nadeelig op je gemoed. Je hebt liefelyke indrukken noodig. Daarmee voedt zich de artist. En dit zou 't geval blyven al moest je 'n monster voorstellen. De artistieke indruk heeft (naar myn inzien) niets te doen met de zedelyke hoogte van 't sujet.
(....)
Verrassen? Overvallen? O neen! Hier ben ik principieel tegen. Ik zou 't lomp vinden, ruw. Ikzelf heb ook niet graag dat men 't my doet. Ik vind er iets misdadigs in, iemand z'n kalmte af te nemen, en dan juist op 'n oogenblik als nu!
Dek.
(....)
Als jij je nu goed houdt, wie weet of je niet ons heel tooneel regenereert. Wie zal na jou zóó'n moed hebben? Niemand.
Ik heb 'n mooi duitsch stuk gevonden dat ik vertaal, ik dacht: ‘daarvan zal ik 'n rol leeren’ maar na al wat je schrijft (en dat ik begrijp!) is m'n moed weg. Je moet denken ik ben niet jij, die de anderen leiden en terechtwijzen kunt. Ik zelf zou uitzien naar hun leiding.
(....)
Trouwen? Lieve menschje, dat willen we niet hier, waar een ieder ons voor getrouwd houdt.
Dek heeft 'n blijspel in 't hoofd. Misschien zal dat ons helpen nr Amsterdam of waarheen ook om te trouwen.
(....)
Mimi.