[1 oktober 1874
Brief van Vosmaer aan Van Hall]
1 oktober 1874
Brief van C. Vosmaer aan J.N. van Hall. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 4 beschreven. (M.M.)
uw stuk over Vorstenschool: zie V.W. XV, blz. 658-662.
adoration perpétuelle: voortdurende bewondering (fr.)
Den Haag 1 oct. 74
WelEdele Heer,
Onder dankzegging voor de mij ter lezing gezonden brieven van Dekker, zend ik u die terug. Groot genoegen deed het mij er uit te zien dat ook gij sympathie hebt voor zijn werk. Ik heb een dom verzuim begaan - in de art: over Mult. zooals ze in 't Vaderland voorkwamen wees ik in een noot op uw stuk over Vorstenschool, juist om op die uitmuntende waardeering de aandacht ook weer te vestigen. Met de omwerking van een ander gedeelte van die noot, moest dit deel verplaatst worden, en dat heb ik over 't hoofd gezien, zooals ik later tot mijn spijt merkte. Dekker is zeer tevreden over 't boekje, en ik ben blij dat het hem genoegen heeft gedaan.-
Ter opheldering van de door mij aangestipte passage uit Vorstenschool, schreef hij me een uitvoerigen brief - die is interessant; nu heb ik hem uitgeleend - maar gij moet hem ook eens lezen.-
Dank voor uw welwillend woord,
steeds tt
C. Vosmaer
Hoe laf - een Q.Q. in 't Handelsblad schrijft (ingezonden stuk) 30 sept, dat mijn appreciatie ‘vergoding, Multatuli-dienst, adoration perpétuelle is’ enz.