Volledige werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875
(1986)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
Het najaar van 1874 | |
[pagina 17]
| |
Het overlijden van Tine heeft bij Multatuli invloed gehad op bijna al zijn levensverhoudingen. Het maakte heel zijn verleden onherroepelijk, juist toen dit door de herziening van Max Havelaar pijnlijk werd verlevendigd: haar genezende aanwezigheid na het catastrofale jaar te Padang, haar steun bij zijn ambtsvervulling in Poerworedjo en Menado, hun illusies en ontgoochelingen tijdens het verlof, haar begrip voor de beslissende daad van Lebak; en dan de vervreemding van elkander en hun feitelijke scheiding in de laatste tijd. Alles wat hem eventueel aan koloniale genoegdoening en letterkundig succes nog te beurt mocht vallen, zou te laat komen voor háar. Was het enkel gezichtsbedrog, dat hij haar hele leven zag als heldhaftige zelfopoffering terwille van zijn roeping? Gewijzigd was de verhouding tot zijn kinderen, niet zo zeer tot Edu die, twintig jaar oud en beheerst door wat Freud later een oedipuscomplex zou noemen, zich kon redden in een betaalde betrekking, als wel tot Nonni die overeenkomstig de toenmalige fatsoensbegrippen met haar zeventien jaar nog een tijd lang opgevoed diende te worden in een beschermd milieu. Vooral Stéphanie liet er geen twijfel over bestaan, dat Wiesbaden aan die eis in elk geval niet voldeed. Gewijzigd was uiteraard de verhouding tot Mimi, met wie hij nu desgewenst zou kunnen trouwen; maar wensen deden zij het geen van beiden. Het legaliseren van hun verhouding, na meer dan tien jaar, leek te zeer op een uiting van schuldbesef en op gehoorzamen aan de burgermansmoraal; maar het was wel een voorwaarde om Nonni te laten overkomen. Gewijzigd was zelfs de verhouding tot Funke, want het verzoek om een deel van het honorarium - of van het voorschot - naar Italië te zenden, zou nu maar zelden meer nodig zijn. Moeizaam en geëmotioneerd werkende aan de herziening van Max Havelaar - de eerste keer dat hijzelf verantwoordelijk zou zijn voor de | |
[pagina 18]
| |
definitieve verschijningsvorm! - en soms ook aan Woutertje Pieterse, probeerde Multatuli met zichzelf in het reine te komen, maar de bemoeizucht van Stéphanie wat Nonni betrof en van Mina Krüseman inzake het huwelijk maakte de beslissingen niet gemakkelijker. Mina Krüseman was inmiddels in Holland op pad met een luidruchtige reklamecampagne voor zichzelf, voor haar toneelstuk De Echtscheiding en voor Vorstenschool. Door het trauma van een bedrogen verloving argwanend jegens alle mannen, wilde zij zichzelf waar maken als zangeres en actrice. Voortdurend op de hoogte gehouden van haar taktiek, ergerde Multatuli zich aan het brutale amerikanisme van haar gedrag, maar zijn bewondering voor haar karakter bleef zich jegens derden te buiten gaan aan termen als ‘puur goud’, ‘zielenadel’ en ‘een juweel’. Blind voor haar eerzuchtig egocentrisme, toonden Multatuli en Mimi beiden zich zenuwachtig benieuwd naar het resultaat van haar optreden. Zou het slecht gebouwde toneelstuk, een amateuristische omwerking in zestien taferelen van haar roman-in-schetsen Een huwelijk in Indië, met haarzelf in de hoofdrol, furore maken of vallen? Zou zij talent hebben als actrice? Want haar pretentie om als koningin Louise op te treden garandeerde nog allerminst een verantwoorde opvatting van die rol en een juiste dictie. De krantekritiek, rancuneus en nietszeggend, liet Multatuli in het ongewisse; de zalen waren vol, de recettes hoog, het publiek scheen tevreden en dus was Mina het ook. In een waarderend briefje van Vosmaer zag Multatuli meer een bewijs van diens goedhartigheid, dan van Mina's dramatische capaciteiten. Maar ondanks al haar propaganda, ondanks haar consequente weigering om geëngageerd te worden voor een ánder stuk, en ondanks de aandrang van gezaghebbende publicisten als Vosmaer van Van Hall, durfden Albregt en Van Ollefen een Vorstenschool-opvoering niet aan. Multatuli wist zeer wel dat zijn slechte naam in Holland evenzeer zijn verhouding tot Tine betrof als zijn kritiek op de kerkelijke en politieke principes, maar hij wist ook dat ‘men’ in samenhang daarmee twijfelde aan de gegrondheid van zijn koloniale aanklacht. Door alle jaartallen en alle plaatsnamen met stippeltjes onleesbaar te maken had Van Lennep in 1860 de actualiteit en de realiteit van het boek opzettelijk tenietgedaan. Nu, na vijftien | |
[pagina 19]
| |
jaar, wilde Multatuli alsnog de juistheid van de meegedeelde feiten bewijzen. Kiezende tussen voetnoten of aantekeningen achterin, verwierp hij de eerste mogelijkheid, omdat de lezer dan al met Multatuli te maken zou krijgen, terwijl Droogstoppel en Stern nog aan het woord waren. Al was hij zich dus het ironisch en romantisch arrangement van de stof ten volle bewust, toch vereenzelvigde hij de reële ambtenaar Douwes Dekker zó zeer met de romanfiguur Max Havelaar, dat hij zijn boek steeds meer ging zien als een autobiografie, en de aantekeningen als het exacte bewijsmateriaal. Het persklaar maken was een deprimerende bezigheid die hem herhaaldelijk een vloek op de lippen bracht om het verschil tussen wat hij had beoogd en wat hij had bereikt. Zelfs het verschijnen van Een Zaaier bleek een tweeledig effect te hebben: enerzijds erkenning in breder kring, anderzijds een nog perfider bestrijding dan tevoren. Want ook als men zich kritisch opstelt ten aanzien van Multatuli's pretenties en illusies, dan nog kan men Van Vloten in zijn systematische bestrijding moeilijk anders zien dan als een kleine rancuneuze scribent, die door niemand van genialiteit zal worden verdacht, noch van de humane gelijkmoedigheid die het kenmerk is van de als voorbeeldig aangeprezen Spinoza. Zo eindigde het jaar van Tine's dood in een sfeer van grimmige agressie waar Multatuli, onwetend of Van Vloten niet over vertrouwelijke brieven beschikte, machteloos onder leed, maar die háar tenminste bespaard is gebleven. G.S. |
|