Volledige werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875
(1986)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
[pagina 9]
| |
Dit zeventiende deel bestrijkt een periode uit Multatuli's leven die wordt gedomineerd door de eerste reeks opvoeringen van Vorstenschool, dus tevens door het intensieve contact met Mina Krüseman, maanden lang vriendschappelijk, voorgoed vijandig daarna. Men zal in de nederlandse letteren geen tweede voorbeeld kunnen vinden van mensen die elkaar zo mateloos hebben bewonderd, die met zo'n elementaire heftigheid in botsing zijn gekomen en die elkander zo hartgrondig hebben veracht. In vergelijking met de week na week in monomane nuchterheid polemiserende Van Vloten, doet Mina Krüseman in haar uitbarstingen van gekwetste ijdelheid aan als een vulkanisch temperament. Behalve de twee bezoeken die zij aan Wiesbaden heeft gebracht, is er tot februari 1875 alleen maar schriftelijk contact geweest. Er werden over en weer dozijnen openhartige brieven gewisseld, en aangezien Mina Krüseman ook op reis van iedere brief kopie hield, hebben de hare zelfs in duplo bestaan. Toch is er, ondanks alle nasporingen, geen enkele autograaf teruggevonden, noch van háar hand, noch van de zijne. Al wat ons rest zijn de door haar al in 1877 rancuneus geselecteerde en ongeautoriseerd uitgegeven citaten en fragmenten, brokstukken die telkens de vraag doen rijzen wat er méer is geweest, dus ook wat zij ons voorgoed heeft onthouden. Al is het totale, uit haar publikatie herdrukte materiaal even onvolledig als polemisch, het is niettemin voor een verantwoord beeld van Multatuli in deze eerste tijd na Tine's dood net zo onmisbaar als de helaas ook niet altijd compleet bewaard gebleven hartelijke correspondentie met Vosmaer, met Van Hall en natuurlijk met Funke. De opvoeringen van Vorstenschool en de aanwezigheid van Multatuli in Holland hebben iets teweeggebracht dat men het best een journalistieke kettingreactie kan noemen. Herhaaldelijk bestaat het nieuws in sommige kranten hierin, dat ze het van belang | |
[pagina 10]
| |
achten met het nieuws uit een andere krant het nieuws uit nog weer een ándere krant te weerleggen of te bevestigen. Al is het soms mogelijk de bron te ontdekken of althans de plek waar het niet zelden kwalijk riekende straaltje boven de modder kwam, vaker evenwel blijft de hele berichtgeving zó anoniem en gelijksoortig, dat ze zelfs geen poging doet de schijn van plagiaat te vermijden. Ik heb de verzoeking om dat alles integraal te herdrukken weerstaan in de overtuiging dat volledigheid ophoudt een grensbegrip te zijn zodra ze overgaat in absurditeit. Dat de een dit eerder vindt dan de ander, kan mij niet ontheffen van mijn verantwoordelijkheid ten deze, overeenkomstig mijn eigen oordeel. Niemand kan proeven met buurmans tong. En enig voer voor critici dient er toch ook te zijn. Evenals bij de voorgaande delen is het mij een behoefte uiting te geven aan mijn gevoel van dankbaarheid jegens drs. B.P.M. Dongelmans en mevrouw Alma van Donk voor hun onmisbare hulp, en bovenal aan de Nederlandse organisatie Z.W.O., waar het veelzijdig belang van deze Multatuli-dokumentatie met zoveel begrip blijkt te worden erkend. Garmt Stuiveling Hilversum, 1 mei 1984 |
|