me meer dan 't me verwonderde! Leelijk hè? Mimi is geheel buiten mijn aanval, aan haar heb ik geen oogenblik getwijfeld, ik ken haar en ik weet waartoe zij niet in staat is. Grappig dat ik een vrouw altijd veel gauwer ken dan een man! De heeren der Schepping zijn zulke wonderlijke mengelmoezen van eerzucht en nederigheid, oprechtheid, geveinsdheid, trotschheid, zwakte en passie, dat ik ze zelden begrijp en doorgaans maar goed of slecht vind zonder reden, afgaande op mijn eigen instinct, dat me reeds menigmaal ‘goed’ heeft toegefluisterd; om me daarna op een déceptie te tracteeren. Bij die goeden had ik u gerekend, vergeef me 't bijna aannemen der déceptie!
Hierbij een stukje brief, waaruit gij zien zult dat ook anderen verkeerd begrepen hebben als ik.
(....)
Mina.
Hebt ge al gehoord dat het Antwerpsche tooneel, Amsterdam vóór wil zijn met de opvoering van Vorstenschool? Wie zou dáár medewerken? Zijn de artisten dáár beter dan bij ons? - Ik vrees voor de opvatting en de holl: uitspraak.’