Ja, Mimi streeft, probeert, spant zich in. En 't smart me zoo als ik soms - of dikwyls - haar moet storen in illusien.
(....)
Myn oordeel is op ver na geen evangelie, en 't is zoo pynlyk voor me altyd af te keuren, of maar zóó zóó goed te vinden. Dan heeft het den schyn of alleen mooi is wat ikzelf maak - O God, juist m'n eigen werk hangt me 't meest de keel uit, gelyk byna alle bellettrie! Ik vocht liever, maar daarvan kan men nu helaas niet leven!
Dus: Mimi wil werken. Praktisch, produktief werken! Maar ook zy zou zeker, evenals ik, zich liever de vingers afbyten, dan jou verdriet te doen! Wanneer ik al in-staat was zulke gemeene plannen te maken, zou ik er by haar niet mee kunnen aankomen, vooral niet tegen jou! Want ze houdt zoo innig veel van je. Maar lieve Mina, dit schreef ik je immers meer dan eens! Je moet dan 'n oogenblik toch gedacht hebben dat dit gelogen was! Och 't spyt me zoo!
Ik zit nu te bedenken hoe ik 't moet aanleggen om de Geyter tot u te brengen.
(....)
Toch wou ik graag dat je met hem, en daardoor met de Antwerpsche Tooneelzaak in aanraking kwam.
Op de 2e blz. van dezen brief staat 'n kruisje. Ik wou daarbij zetten dat je niet alleen door karakter uitsteekt, maar ook door talent. In je Huwelyk in Indië zyn prachtige stukken. M'n aanmerkingen betreffen slechts de byzaken, voornamelyk de ordonnantie van 't geheel, het lasschen zooals de schrynwerkers zeggen.
Maar ik kan je niet genoeg zeggen hoe alle schryvery me dégouteert! Dat zinnetjes maken, dat gedachtetjes uitspinnen - ik ben er misselyk van. Hoofdreden misschien is 't besef van de onvruchtbaarheid! Alles wat men denkt, uitpluist, concludeert en uit, stuit af op eigenbelang. Dit nu vooruit wetende, is 't 'n verdrietig werk altyd stroo te dorschen.
Zeg, je hoeft volstrekt niet te antwoorden op m'n nazaniken! Alleen verzoek ik je heel ernstig dat je my je lieve vertrouwelykheid niet onttrekt. Dat zou al heel verdrietig zyn!
Nu ga ik aan De Geyter schryven.
(....)
Mag ik hem zeggen dat ik je beleefd verzocht heb hem uw boeken te zenden?