[19 augustus 1874
Brief van Mina Krüseman aan Ten Brink]
*19 augustus 1874
Brief van Mina Krüseman aan Dr. J. ten Brink. (Leven II, blz. 214.)
weer thuis: na zijn lezing in Antwerpen over de bloei der nederlandse literatuur.
H.: Heloïze, de schuilnaam van Mimi.
tempo doloh: de goede oude tijd (mal.)
Brussel, 19 Aug. 1874.
Geachte Heer Ten Brink!
Zijt gij weer thuis? - Neergedaald uit de hooge sfeeren van poëzie en kunst? Ik hoop 't (egoïstisch genoeg) voor mij zelve, want ik moet heel prozaïsch den Redakteur slechts spreken over affaires. 't Is om kwaad te worden, niet waar? zóó pas thuis, en daar begint 't ordinairisme (Multatuli) alweer! Ja, maar ik kan 't niet helpen, ik word ook gemaand, aan den eenen kant door Elize Baart, die niets hoort van haar stukje, aan den anderen kant door H. die op haar honorarium wacht, (denk dat ze arm is, dat zieltje!) en u recht dankbaar zou wezen als gij er een overdrukje van haar novelletje bij wildet voegen. Die beginnelingen hebben altijd zoo'n haast! Herinner u eens tempo doloh!
(....)
Vergeef mij s.v.p. dit prozaïsch briefje, maar vergeet mij niet!-
Mina.