Nu, ik lyk op dien schooljongen. 't Bedroeft my, ik zie daarin achteruitgang, ik worstel er tegen, maar 't is zoo! Zelfs 't manuaal van schryven staat me tegen.
Dat het my aan meer of min degelyke pretexten niet ontbrak, is waar. Maar menig brugjen op m'n weg was slechts daarom opgehaald toen ik er voor stond, omdat ik niet gezorgd had er over te staan voor-i opgehaald werd. We zyn zoo, of... worden zoo. ‘O, myne jonge vrienden’ (style domine de Veer in z'n Nieuws v.d. D.) denkt er aan, en werkt terwyl het dag is... alweer style de Veer, in godsnaam!
(....)
M'n redeneeringen over maatschappelyke of politieke toestanden zyn (of behooren te zyn) 'n even logisch ontwikkelingsproces als 'n vermenigvuldiging of worteltrekking. By dit laatste heeft ieder cyfer z'n onaantastbare reden van bestaan, op straffe der onbruikbaarheid van 't geheel. Indien ik, zulke dingen uitrekenende my veroorloof te zeggen 2 × 2 is iets anders dan 4... welken grond heb ik om te meenen dat ik géén fout maak in procédés van anderen aard? Het zou niet eerlyk wezen zich neerteleggen in zelfbehagelyk vertrouwen, omdat de ‘proef’ wat minder makkelyk te nemen valt dan by 'n cyferzaak. 't Is alweer Larochefoucauld's: ‘personne ne se plaint de son jugement!’ Nu, dit is niet eerlyk van die ‘personne.’ Wie acht slaat op z'n cyferfouten moest... enz.
Och, ik ben verdrietig, en eigenlyk ben ik dit altyd. Van Göthe houd ik niet, en z'n Faust stel ik zoo hoog niet als de meesten... voorgeven te doen. Maar 't idee zich te verkoopen aan den duivel voor wat kennis... (Is dat wel 't idee van den Faust? Is er wel 'n idee in den heelen Faust, die, dit erken ik! vol ideën is?) enfin, ik begryp dat men alles offert om te weten. En dan? Verzadiging, walging, stilstand, dood!... Al weer niet goed.
Er is 'n (komieke) overeenstemming in zoo'n droefgeestigheid met de contritie die den op bekeering staanden zondaar heet te kenmerken. ‘Ik heb zwaar gezondigd, o Heer, ik ben 'n beroerdeling.’ Zoo beginnen de jachten op wat zaligheid. En ik? Zeker heb ik ontelbare malen 2 × 2 = 5 gezegd, ik ben 'n stommeling... maar, zonder Heer! Nu, juist daarom begryp ik de pretense faust-idee, waarin men zich met 'n zwarten poedel en Mefisto behelpt. 'n Mensch wil wàt hebben om z'n wrevel te klagen!
(....)