Wiesbaden 23 Maart 1874
WED Heer, Reeds gister ontving ik Uwen 27n zet, en was mooi verdrietig over m'n slordigheid. Door ál te zeker Uwen Raadsheer op D 5 te verwachten, waar ik hem met myn kasteel had kunnen nemen, had ik de mogelykheid van 't schaakzetten des Konings, glad over 't hoofd gezien, maar niets is billyker dan dat men voor z'n fouten boet. Toch zou ik op dit oogenblik nog niet opgeven, indien ik niet door Uwen te verwachten 28n zet (H 5 f 5†) ook myn paard verloor. Dit treft me meer dan 't vorige. Ik verklaar my dus ook voor deze tweede party overwonnen.
Dit zou ik my minder aantrekken, indien ik niet vreesde dat het UED den lust benam voorttegaan, 'tgeen my zeer spyten zou. Tot m'n verschooning moet en mag ik zeggen dat ik den laatsten tyd in groote beslommering heb gezeten, van allerlei aard. Ik had o.a. een zieke by my, die dezer dagen overleden is, en die me in myn niet zeer ruime appartementen wel een beetje over de hand was.
Daar 't nu myn eer te na is, by UED doortegaan voor 'n ál te slordige speler, ben ik zoo vry UED vriendelyk te verzoeken nog een robber te willen opzetten. Ik zal dit als een ware dienst beschouwen, want het Schaken (mits niet, gelyk de laatste maanden het geval was, door preoccupatie gestoord!) is my een zeer groot genoegen. Mocht UED aan myn verzoek willen voldoen, dan is myn antwoord op Uwen eersten zet met de witten (ik veronderstel E 2 - E 4) 't gewone E 7 - E 5.-
Voor de door my aan UED verschuldigde briefpost, ben ik zoo vry hierby een klein briefje intesluiten, dat UED wel zoo goed zult zyn by den heer Funke (Heerengracht by de hartestraat, no. ) te doen ontvangen.
Na beleefde groete heb ik de eer met achting te zyn
UEDDWDienaar
Douwes Dekker
Op zicht gelieve UED te betalen aan den Heer J.L. Switzar a costi de som van Vyf Guldens en vyftig cents, voor rekening en volgens advies van
UWEDDwDienaar
Douwes Dekker
Den Heer G.L. Funke
boekhandelaar-uitgever
te Amsterdam.
(Heeregracht b/d Hartenstraat)