stuk, maar waarin eigentlijk niet veel handeling noch inwikkeling voorkomt - was ongetwijfeld voor M. Van Kuyck niets minder dan een waagstuk. Haasten wij ons echter te zeggen dat hij betrekkelijk goed, ja, boven onze verwachting in zijn moeilijk werk is geslaagd. Het grootsch en indrukwekkend figuur van den Adsistent-Resident. - zooals men weet Multatuli zelf - is zooveel mogelijk in het tooneelstuk behouden. Wel is dit stuk niet van aard om door wien den roman niet gelezen heeft goed begrepen, dus door ons gewoon schouwburgpubliek naar verdienste gewaardeerd te worden, doch niettemin vond ‘Max Havelaar’ hier een vrij gunstig onthaal, en wij kunnen best begrijpen dat in Holland, waar Multatuli's werk populair is, dit drama reeds een overgroot getal vertooningen heeft gehad. De heer H. Van Kuyck vervulde de hoofdrol, en zulks op zeer bevredigende wijze, niet slechts als spel, maar ook als physiek: trouwens, ons trof dadelijk in hem zelfs eene gelijkenis van gelaat en gestalte met Multatuli, wat voor diegenen die den genialen nederlandschen denker persoonlijk kennen, eene niet onaangename verrassing was. - Mevrouw Coryn-Driessens gaf bewijs van dramatisch gevoel in de zoo dichterlijk schoone rol van Adinda, een javaansch meisje. Ofschoon maar van een episodisch belang, maakt die rol zeer veel effekt. Ook Mevr. Verstraeten (Tine), M. Driessens (Droogstoppel) en M. Dierckx (Gaafzuiger) verdienen eene bijzonder melding.
Meer voldoening toch dan ‘Max Havelaar’ schonk Multatuli's tooneelspel: ‘De Bruid daarboven’, dat gelijk al wat uit die begaafde pen vloeit, zich inzonderheid door een kernigen, krachtvollen, dieptreffenden stijl onderscheidt. Wat den inhoud betreft, wij hebben in den Kunstbode eene wijdloopige ontleding van dit stuk gegeven, toen het hier, drie jaar geleden, is opgevoerd geworden. - Toenmaals vond ‘de Bruid’ betrekkelijk weinig bijval; thans integendeel zeer véel, wat wij aan de opvoering toeschrijven, die, vooral als samenhang, nu veel beter was. - Mej. Beersmans en M. Hendrickx vervulden hunne zelfde rollen van vroeger (Carolina en Holm) en verdienden ook nu ten volle den lof die wij hun dán gaven. - Maar de rol van Mevr. Van Wachler vertolkte Mevr. Verstraeten oneindig beter dan Mej. Aleidis, die van deze type niets dan eene charge had gemaakt. Mevr. Verstraeten integendeel begreep dat eene verfranschte dame uit de nederlandsche aristocratie, zich wel belachelijk gek, maar toch gedistingeerd voordoet. - De heer Coryn was voortreffelijk in de rol van Generaal van