Volledige werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874
(1984)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 347]
| |
Waarde Funke, Dek is zeer onwel, eigenlijk reeds vijf zes weken, doch aanvankelijk zette hij het van zich af met een: ‘ik mag niet onwel zijn, ik mag niet toegeven, ik moet vooruit!’ Hij wilde het dus van zich zetten, maar zoo doende is het erger en erger geworden. Hij was ten laatste ziek van zenuwachtigheid, en nog meer van de voortdurende dwang zich daartegen te verzetten. Daarbij kwam sedert 14 daag de oude hoest die hem vooral 's nachts plaagde door hem de zoo noodige slaap te ontrooven. Het was ten laatste bijna gewoonte geworden dat hij in 't hartje van den nacht opstond om zijn zenuwachtige gedachten en zijn hoest wat afleiding te geven. De dokter had hem medicijn voorgeschreven waar hij geen baat bij vond, doch de beide laatste nachten heeft hij morfine ingenomen zoodat hij geslapen heeft wat hem goed heeft gedaan. Ik schrijf u dit alles om u te doen begrijpen hij u nog niet antwoordde op uw schrijven. De correctie van vel 26 was voor 4, 5 dagen reeds afgeloopen - maar de moeilijkheid zat in het afbreken van den bundel, daar dat laatste hoofdstuk te kort of te lang was. Hij agiteerde zich ook daarover erg daar hij begreep er haast was om dezen maand nog te doen verschijnen. Zoo heeft hij nu - niet langer willende dralen - besloten maar brusque af te breken, zoo als u zien zult, want de proef vertrekt gelijk met dezen. Daar er nu haast is behoeft hij geen revisie te hebben, maar verzoekt u de revisie van dat vel voor hem wel ter harte te willen nemen.- Dek roept mij toe dat ik moet bedanken voor 't pak en remise. Hij verzoekt u het overschotje kopie terug te zenden om met den nieuwen Bundel aan te sluiten. Ik heb u getelegrafeerd wijl hij zich agiteerde over uwe ongerustheid of hij wel bijtijds zou zijn. Hartelijk gegroet Mimi HS. Onder ons ik geloof D. zich overwerkt heeft. - maan hem niet! |
|