[7 oktober 1873
Brief van Mimi aan Funke]
7 oktober 1873
Brief van Mimi aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Wiesbaden 7 Oct. 1873.
Waarde heer Funke,
Wij zijn dan over in onze nieuwe woning die D. voorloopig gelukkig goed bevalt. Vooral met de inrichting is hij ingenomen, en 't straatrumoer is hij voornemens zoo geduldig mogelijk te dragen, en de stille uren te kiezen om te werken. Niet dat het hier zoo erg levendig is, 't is eer een achterbuurt en een stille straat, maar als men eens daarop let is er altijd overal iets hinderlijk voor 't gehoor. Hij ziet dit zelf zeer goed in, en zeide onlangs: ‘als we een huisje konden laten bouwen in 't bosch, geheel afgezonderd, dan zou misschien het ruischen van de bladen mij ten slotte in die algemeene stilte nog hinderlijker worden, dan hier thans de rijtuigen zijn.’ Ik ben zoo blijde hij dit inziet, en er zich tegen wil verzetten. Het waarnemen van elk geluid is een vermoeienis op zichzelf.
Het is de verhuisdrukte die mij verhinderd heeft u eerder te schrijven, waartoe ik anders aanleiding genoeg had. Primo om u vriendelijk te danken voor ‘In 't lommer.’ In de laatste dagen heb ik er niet toe kunnen komen iets geregeld te lezen, maar ik verlang er naar dat boek en ‘De plant’ te bestudeeren. Ofschoon ik er niet ver in ben, houd ik zeer veel van botanie, en wel hoe langer hoe meer. Daarom ook voel ik mij aangetrokken door het streven van den heer Witte de botanie te populariseeren. 't Is een aantrekkelijke liefelijke studie, ze moet de menschen goed maken, dunkt mij, en eenvoudig... als 't niet zoo mis was geloopen met mijn stukjes voor 't Nieuws, zou dit juist een onderwerp zijn om eens een artikeltje over te schrijven. 't Spijt mij zeer dat de heer de Veer mijn stukjes oppervlakkig vond. Wat dat ééne aangaat dat hij wel zou willen plaatsen, daar heb ik niets tegen, het is toch met dat doel geschreven; alleen ben ik wat ontmoedigd om weer te probeeren. Toch had ik mij voorgenomen dit te doen - en ik wil dat ook werkelijk, als ik weer wat moed heb gezameld. Ge hebt groot gelijk, het zou inderdaad veel voor mij waard wezen zoo ik geregeld wat aan het Nieuws kon... verdienen, al was het slechts weinig. dit is eigenlijk hoofdzaak voor mij. D. zegt dat het gekheid is, maar die gekheid zou voor mij groote waarde hebben. Ik