te wachten (althans niet zoolang ik niet in mijne kwaliteit van directeur met de Commissarissen der Vennootschap en reserve, optreed), maar het is zijn belang, dat hij zich van mij raden laat en daarom ben ik niemendal bevreesd dat hij weigeren zal, zoo hij werkelijk meent dat M's artikelen goed zijn. Vooreerst moet hij niet weten dat die artt. uit Wiesbaden komen, anders verdenkt hij mij te veel van partijdigheid, omdat ik bij dat ellendige geval zoo scherp ben opgetreden en sedert dien tijd de harmonie niet al te vertrouwelijk is.
Laat dus Mimi beginnen met proeven te geven, maar dat zij zich toch niet voorstelle bij mogelijkheid drie stukjes per week te kunnen leveren. Dat zou haar veel te veel inspannen en schade doen aan de kwaliteit. Kort en bondig zij hare leus bij wat zij schrijft en dat te zijn en te blijven, is lang niet makkelijk, dunkt mij.
Van middag zend ik u met de krant een Spektator nummer dat Ge met genoegen zult zien. Spijt Uw ongunstig oordeel over Vosmaer blijft hij Uw vriend, want ook Flanor is niemand anders dan V. naar mij verzekerd is, toen ik er voor eenigen tijd naar informeerde op Uw verzoek. Op mijn officieelen vraag naar de waarheid van dit beweren, antwoordde Nijhoff mij niet, misschien wel op verzoek van V. zelf. Natuurlijk heb ik mijn vraag niet herhaald.
Nogmaals, ik kan U niet zeggen hoe blij ik ben dat Ge mijn houding vis à vis 't Nieuws en de Veer zoo goed vat. Geloof mij dan ook dat ik vrij wat openhartiger en met minder omslag met U omga dan met hem. Tusschen ons heerscht bij alle verschil van opvatting wederzijds vertrouwen en dat van U te blijven genieten, zal steeds mijn streven zijn.
Hartelijk met M. gegroet van
tt
GLf
Ik snak naar de laatste proef van Vrijen Arbeid!