[4 juli 1873
Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart]
*4 juli 1873
Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart. Afschrift van Mimi op blz. 7 en 8 van de door Cohen Stuart d.d. 2 juli geschreven brief. (M.M.)
capt. benevol.: captatio benevolentiae (lat.), een retorisch middel om de toehoorders welwillend te stemmen.
W. 4 Juli 1873
Waarde Stuart, Ik acht u wél! En 't zou me vooral na uw brief zeer spyten, als ge 't my nt deedt. Wat ik goeds van u te zeggen heb houd ik voor me, om dn schyn te mydn vn capt. benevol. in den stryd tegen uw vader. Als ge nu in godsnm mr nt deze betuigg - en de onthoudg zelf! als zoo'n captatio opvat. Geloof me, met ht oog hierop, zei ik liever: lp nr de maan!
Uwe uitdaging bevalt me - ik verscheurde al 'n brief die begon met: goed, ik neem ze aan! En ook nu zeg ik 't tegendeel niet! Maar er ligt een en ander in 't perk dat eerst behoorde te worden weggeruimd. Ge wilt waarheid? Ik ook.
Gy beweert dat ik ongelyk heb, me vergis, verkeerd opvatte, of, of... wát is de fout hier van de party die blyken zal ongelyk te hebben? Misverstaan?
Zoo ja, dan zou 't gebruik van courtoisiewapenen voldoende zyn. En daarmee ben ik begonnen, schoon uw vader my aanleiding gaf het niet te doen. Ik schreef dit aan 'n vergissing toe, wat ik na m'n eersten brief niet meer doen kan.
Men spreekt me... onbeleefd aan. Ik antwoord om den wille der behandelde zaak, vriendelyk en welmeenend. En daarna weer 'n aanval? Wat moet ik hiervan denken? De vraag is of uw vader zich rechtvaardigen kan over den toon en de inkleeding van zn eersten brief. Maar dat de wyze waarop hy me toespreekt in z'n tweeden niet kan gejustificeerd worden, houd ik voor zeker.-
Hoe dit zy, 't gebruik van den toon die noodig is om tot waarheid te komen is hierdoor moeilyk gemaakt, en misschien afgesneden. Beleedigen laat ik me niet. Of liever maar eenmaal. Die eerste keer kan misverstand zyn. De 2e niet.
Weet gy 'n middel om, wat deze bedenkg aangaat, de zaak te brengen op zuiver terrein? Zoo ja, zeg het my. Ik zoek er vergeefs naar. Myn brief van 1 Juli is bar, ruw beleedigend. Ik heb dus te bewyzen dat ik reden had om zoo te schryven. Dit bewys kan niet gevoerd wor-