[28 maart 1873
Aantekeningen van Mimi in Dagboek]
28 maart 1873
Aantekeningen van Mimi in Dagboek II (M.M.)
Van nacht is D. herhaaldelijk moeten opstaan. Hij was van morgen moe en kreeg nog bovendien een zinking in 't hoofd. Hij zeide 't was geen zinking - eensklaps hevigen pijn in 't hoofd; als om 't uit te schreeuwen. het steeg uit den nek op. tweemaal had hij dat. ik raadde hem aan wat op bed te gaan liggen maar hij bleef daar klaar wakker en sprak telkens van zn werk. Zoodat hij weer is opgestaan en is nu aan den gang. Lees dit! Een brief van Roorda van morgen hij zegt telkens tegen D. ‘Ja 't is naar, je wordt suf!’ natuurlijk uit gekheid, maar D zeide met 'n ernstig gezicht: hij heeft wel gelijk!