[25 februari 1873
Brief van Kallenberg vd Bosch aan Potgieter]
25 februari 1873
Brief van R.J.A. Kallenberg van den Bosch aan E.J. Potgieter. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 2 beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
der beide brieven: de brief van Tine d.d. 12 januari en die van Stéphanie d.d. 29 januari.
Laanzicht. 25 Februari 1873.
Wel Edelgeboren Heer!
Ik dank U hartelijk voor de toezending der beide brieven, waarvan de lezing mij het meeste genoegen gedaan heeft.-
Hier werd dus door de liefderijke zorgen van Mevrouw Omboni, eene vreugde opgewekt, die de arme vrouw werkelijk wel eens hebben mag. Ook schijnt haar zoon nu eene betrekking te hebben, die hem beter past, en hem welligt meer gelegenheid zal geven om zich baantebreken.-
Ik verlang zelf weder eens in de gelegenheid gesteld te worden U te mogen opzoeken: ik herinner mij daarvoor te goed de aangename avond bij U doorgebragt, maar schaam mij nog wanneer ik er aan denk, hoelang ik, - zonder het te vermoeden door de voor mij zoo aangename causerie - ben blijven plakken. Ik maak er Uwe zuster en Uzelven nog mijne excuses voor.
Met terugzending der brieven, en in de hoop dat ik spoedig weder eens naar Amsterdam worde opgeroepen, - ook met verzoek mijne vriendschappelijke groeten aan Uwe zuster overtebrengen - heb ik de Eer mij met de meeste hoogachting en vriendschap te noemen
UEg: Dienstw: Dienaar
R.J.A. Kallenberg van den Bosch