- O, zei D. 't is duidelijk. hij durft Vorstenschool niet te beoordeelen zooals hij gezegd had en zoekt nu deze uitweg. dat is de aanleiding. maar 't is een gemeen stuk.
Nu, zeide ik dat is ook een vergelijking. ‘Een eerlijk kruidenier en... dat klopt niet.
- Mijn god, antwoordde D. ergerlijk. wat ben je toch onontwikkeld dat je dat niet ziet. 't Is hatelijk dat ik je alles moet voorkouwen. Ik kroop terug in mijn schulp en zei niets en keek effen.
Zie je dat nu niet in. Die vergelijking deugt niet. maar dat hoeft ook niet. hij wil zeggen een eerlijk kruidenier en een schelm. maar dat schrijft hij niet. toch is de zin zoo ingericht dat 'n ieder die meening verstaat. Dat is juist het gemeene van dit stuk. het is een voorbeeld van gevaarlooze laster. Wat ben je toch dom.
Hij was heel ontstemd en ik hield mijn hart vast voor onze rust en zijn werk. telkens riep hij uit wat moet ik nu daaraan doen.
Na het eten ging hij zitten lezen en we spraken niet. tot de thee. Toen waagde ik eens een woordje en hij antwoordde met lieve. de bui dreef dus voorbij. Nog een half uur en hij ging zelfs zitten werken - en het vlotte. Wat later in de avond zeide hij in eens van zn werk opziende: Weet je wat mij uit dat stuk blijkt?
- Nu wat dan?
- Dat mn werk niet zakt. Daarover geen woord. als dat zoo is word de toon anders.
- de Veer vermoedt niet dat je dat uit zn stuk leest zeide ik.
- Neen natuurlijk. Waarom valt hij niet mijn werk aan? Omdat het makkelijker is mij voor een schelm uit te maken, vooral zoo dat ik er slechts moeilijk op antwoorden kan
- Ja, hij zou zeggen dat hij bij het schrijven niet aan jou gedacht had.
- Zeker. Maar wie 't leest moet aan mij denken.
- ja!
- 't Is een gek land zeide hij, opschrift het genie en het publiek en er kan alleen aan mij bij 't lezen gedacht worden.
Hij werkte flink door gister avond maar morrelde toch al: hoe moet ik die zaak aanpakken. en met funke. - Hij maakte nog gisteravond een pakje kopie klaar, maar schreef er geen woord bij daar hij niet weet hoe die zaak te behandelen.
Van nacht of liever vanochtend zag ik dat hij wakker lag. Z'n oogen wijd open in bed.