Volledige werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873

[26 december 1872
Aantekeningen van Mimi in Dagboek]

26 december 1872

Aantekeningen van Mimi in Dagboek II. (M.M.)

26 Dec. 2 uur

Gister is bundel IV afgekomen. Om acht uur voor 't aanteekenen op 't nippertje bracht ik de laatste blaadjes nr de post; 't ging nog in haast. Hij had ze wel 5, 6 maal overgemaakt en toen 't klaar was zeide hij. ja ik moet wel verzenden, maar 't bevalt mij niet. funke krijgt ze eerst morgen vroeg. als dat van 't jaar nog uitkomt zal 't sterk zijn! Gister middag kreeg D. proef van vel 25. daarin lag 'n klein briefje van funke. hij wilde dat D. dat over Vosmaer weg liet. hij als uitgever is gesteld op mooie recensies! en vreest D de lui afschrikt. Die pedanterie om mee te praten over den inhoud ergerde D. weêr. Ik wil wedden dat we daaraan ‘Ja ik ben bitter etc op 't slot te danken? hebben. f. schreef namelijk zoo iets. Dat die man nu nog niet weet D om zijn oordeel niets veranderen zal! dat hij geen invloed kan uitoefenen op den inhoud der Ideen. D. had er hoofdpijn van. en ging toen 't weg was om zich te verzetten lezen in feith, hij las mij voor uit Julia en we wonderden ons dat zooiets ooit gegouteerd was. hoe onnatuur. en hoe wellustig! Maar de gemaaktheid en de valsche toon maken de wellust walgelijk. Na Julia las hij nog andere dingen. Natuurlijk was er een zin “god te hebben is de grootste schat, die niemand je kan ont-

[p. 543]

nemen.” Natuurlijk, zeide D. daar voegt zich alles na. Maar zoo kan ik ook evengoed iemand aanraden: Verbeeld je millionair te zijn, houd vast aan dat geloof dat niemand je kan uitrooven het is een ware schat.’ Zeer goed: als je je altijd opdringend je die schat bezit, er slechts nooit gebruik van maakt, zoo is 't met god ook.

Heden morgen een brief van Cohen Stuart 18 jaar. och zoo lief. zoo is de jeugd! maar Post is reeds 29. dat hadden wij niet gedacht.