[28 november 1872
Brieven over letterkunde in De Locomotief]
28 november 1872
‘Brieven over letterkunde’ in De Locomotief, no. 280. (K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.) Fragment.
Dit eerste artikel van Dr. Jan ten Brink bestaat uit een algemene beschouwing die tegen het einde zich toespitst op actuele zaken. Dat slot luidt als volgt.
Telken jare, als de troonrede is afgekondigd, zoekt menig onzer een woord, een wenk zelfs aan kunst, wetenschap en letteren gewijd, maar dan schijnen de bekende woorden van onzen grootsten staatsman nog altijd een noodlottigen invloed te oefenen en blijkt het wederom, dat Kunst is geen Regeeringszaak. Dit is werkelijk een zoo eigenaardig nationaal verschijnsel, dat men verre mag zoeken om er de wedergâ van te vinden. In Engeland leeft mr. Gradgrind, die de kinderen alleen feiten en cijfers wilde doen leeren - zooals Charles Dickens in Hard Times heeft aangetoond, doch de Copperfields zijn er talrijker dan de Gradgrinds. Bij ons is het geslacht der jonge Stastokken nog lang niet uitgestorven, wier eenige lectuur de Haarlemmer is, en die eene hartversterking nemen als de diligence van tweeën voorbijgaat.
Intusschen kreunen de Nederlandsche letterkundigen zich weinig aan dezen staat van zaken. Op dit oogenblik worden vele werken van eenigen omvang voorbereid en de namen der auteurs hebben een goede klank. Onze gevoelvolle schilder van het Geldersche dorpsleven legt de laatste hand aan een nieuwen roman. Zijn vriend, Gerard Keller, voltooide juist een uitgebreid verhaal, onder den titel: Gederailleerd. Mr. P.A.S. Limburg Brouwer zal weldra een oud-Indischen roman in 't licht doen verschijnen. Mevrouw van Calcar heeft er reeds een gereed, een jong predikant van Bemmel