nis van 'n niet zeer interessanten vreemdeling - meent ge dat ge hem iets, iets, hoe weinig ook, in de publieke opinie benadeeld hebt? Och neen, met z'n meerderheidje onder de 70, 80 Kamerleden en z'n infame N. Rotterd. courant zit hy even vast als vroeger.
En de liberalen? 't Kan hun wat schelen of je 'n Dawalagiri tegenover den Chimborasso zet!
Spreken en schryven baat niet. (Emile de Girardin).
‘Pourquoi parlez vous donc?’
Hy was beteuterd op die vraag, en dit is begrypelyk. Wel nu, laat ons dan de stelling ampliëren. Spreken en schryven op zich zelf, d.i. zonder daarby zekere taktiek in acht te nemen, die tot de vruchtbaarmaking noodig is, baat niet.
Over die taktiek had ik met u in overleg willen treden.
Komiek is het dat sommigen my nog altyd voor 'n wildeman aanzien. 't Is 'n uitgestrooid praatje dat gretig wordt aangenomen. Als men lezen kon, zou 't niet gelukt zyn. Maar de cliques die baas spelen rekenen er op dat men niet lezen kan. Ge zult daarvan een aardig voorbeeldje vinden op blz. 236 Ideën.
Wie me goed kent, byv. m'n vrouw en Mimi S., vinden me zeer zwaartillend in redeneering, tot het besluitelooze toe. Er gaat geen week voorby dat M.S. geen printje krygt. ‘Ho, ho, dát 's te gauw geconcludeerd. Ik ben zoo knap niet dat nu al te weten. Wat jy daar in eens oplost (voorgeeft optelossen!) zou my weken of maanden kosten’ etc.
Gy hebt eens (in de zaak met Kern) getuigd dat ik moeilyk werkte. De zuivere waarheid! Ik ken niemand die niet vlugger is dan ik. Een zeer groot aantal der zinsneden die ik ooit schreef (nam. voor de pers) was me een probleempje, 'n rekenvoorstel, partant... 'n inspanning. Reeds in den Havelaar doel ik in 't voorbygaan, op 't ongegronde der... beschuldiging van vlugheid. Wat 't Publiek van me te zien krygt, is mozaïk, geen monolith. Waarom schynt het dan sommigen toe alsof ik... etc. Wel, omdat ik altyd doorwerk, en daar anderen lui zyn, kunnen ze niet begrypen dat ik iets voortbreng dat op 'n geheel gelykt. Ik ben 'n koppig koraaldiertje. Ziedaar de heele zoogen. genie-igheid. 't Woord genie is uitgevonden door luiaards, die niet erkennen willen dat hun 't geduld (Ik bedoel geen passief geduld maar handelend, mozaïk geduld) ontbreekt. Enz. Breid gy zelf dat alles maar uit.