moet en men mag dat niet al te hard veroordeelen, want de toestand van een handelaar, die, meestal in tegenwoordigheid van derden, dag aan dag door crediteuren gebrusqueerd wordt, is in een woord jammerlijk. Hij moet zich wel onophoudelijk behelpen met uitvluchten, kleine misleidingen en dergelijke, wil hij zijn ‘fatsoen’ eenigszins ophouden en van lieverlede raakt hij gewoon aan den leugen. 'T schijnt erg moeielijk zich later die hebbelijkheid af te wennen.
Als v. H. U schrijft, wees dan niet te bar, maar gedenk zijn vroeger getob.-
Vriendelijk met Mimi gegroet
van tt
GLf
Is Eduard nu te Venetie geplaatst en is hij daar naar zijn zin?
Die Jorissen moet E.J.P. Jorissen zijn, vroeger collega van Straatman te Groningen, thans rentenier geloof ik.
Th. J., die hier Professor is, kan geen vriend van Thorbeckianisme wezen. Hij is zoover ik hem ken, een echte radikaal.
Naar Uw blijspel ben ik erg verlangend. Mij dunkt, de proeve moet U lukken. Zoo Ge besluiten mocht er toch niet aan te doen, vat dan Wouter's historie in dezen bundel weêr op.