[9 september 1872
Aantekeningen van Mimi in Dagboek]
9 september 1872
Aantekeningen van Mimi in Dagboek II. (M.M.)
Maandag 9 Sept.
Door Löhr heeft Marie gister aan den koekbakker laten vragen of de politie de boel verzegeld had. maar neen niets daarvan. Faust zelf had den winkel gesloten. Het was er pik donker, maar hij ging er telkens in en uit. Marie zegt hare kisten niet toegemaakt zijn. - M. was dus ongerust de policie niets deed en van morgen is zij er dadelijk heen gegaan. ‘Ik wou nr uw advokaat gaan om te zeggen hij naar het gericht moest gaan’ - zeide die... wachtmeister (?) die beloofd had haar te helpen. Enfin zij zag er niets van kwam en is dus nr een advokaat gegaan (Schenk) die een stuk geschreven heeft om Faust aan te klagen. Hij liet haar dat half een, nog spoedig nr den onderburgemeester brengen om een zegel meen ik. Ze krijgt het om half 5 terug. toen ze dat bracht zeide deze haar dat faust bij hem geweest was en dat de winkel tot haar dispositie stond. Hiermee meent hij zijn winkeltje want in dat van Marie woont de banketbakker nog.-
Van Plett hebben wij verder niets gehoord.-
Daar ik de zaken met Italie wil aanhouden voeg ik hier bij dat den zelfden morgen van Plett's laatste briefje (30 Aug.) een brief uit Italie is aangekomen. Van non een gewoon vriendelijk briefje in 't italiaansch alleen geen woord voor mij over mijn cadeautjes aan haar. Ze bedankt dek voor z'n mooie presenten. Nota bene waren het alle dingetjes die ik had. dat wist Edu. En van hem, Edu, een lamme holl. brief, gemaakt vriendelijk. hij bedankt D. voor de gastvrijheid, schrijft eerst heel uitvoerig dat hij een betrekking heeft zoo en zoo - en zegt ten