Marie vroeg den rechter ook nog dat hij faust zou gelasten den sleutel aan Löhr te geven. daarop zeide faust:
- Neen niet aan haar, tegen u frau Anders, heb ik niets, maar niet aan haar.
- Wie is dat dan vroeg Schnelle
- Mijn huishoudster zeide Marie. Zij is daar om op mijn zaken te passen en haar eigen goed heeft zij daar ook.
- Nu waarom hoeft dat mensch daar nu ook te komen zeide S. z'n schouders ophalende.
Zoo was de afloop. Marie was woedend. Ze ging nr haar advocaat om raad te vragen maar die was uit de stad.
Wij raadden haar aan den directeur van de policie eens te gaan spreken.
Deze ontving haar beleefd, maar zeide dat hij niet tusschenbeide mocht komen, en dat er niets anders op zat dan een proces. Of Marie al de opmerking maakte dat dat niet kon, dat ze kleeren noodig had voor richje, dat hielp niets. ja... er is niets anders aan te doen.
Den volgenden morgen vroeg nr de advokaat. Wat hij raadde? De man was verontwaardigd op dien soidisant rechter S. - Maar goedde raad had hij niet. Hij wist er niets anders op dan faust aanteklagen en een proces - of wel trachten de zaken met geweld te krijgen daar het haar regt was en niemand haar iets doen kon. Dit laatste was wel aanlokkelijk maar moeilijk. haar kisten stonden gedeeltelijk in dat winkeltje waarvan faust de sleutel had, gedeeltelijk in die kleine kamer 2de verdieping waar men met een nauw akelig trapje heen moest. Des middags nog naar een anderen advokaat Schenk om te zien wat die aanraadde: Geen ander middel dan een proces zeide hij.-
Nu zeide Marie ik wil 't dan probeeren met geweld, ik zal zes dienstmannen nemen en een policie agent om mij tegen faust te beschermen. Als ik op die voorwaarde een man krijg dan zal ik hem een mooie fooi beloven als hij mij helpt. Ze sprak een policie agent aan, maar hij durfde niet mee te gaan zonder eerst aan 't bureau gevraagd te hebben. Marie ging mee nr 't bureau. neen zeiden de beambten. Mijn god, zeide zij, ik ben bang voor dien faust, mag er niet iemand met mij gaan om mij te beschermen, ik heb er noodig. Nu dan moeten wij het aan den directeur vragen. Marie sprak daarna den directeur die haar een man meegaf. maar hem zeer uitdrukkelijk opdroeg alleen voor haar persoonlijke zekerheid.