Voor D. dezen nog ontvangen had maar zich daarmee kruisende schreef hij: Plett, 't spijt me zoo voor je, maar ik kan die zaak niet op mij laten zitten. ga dus nr Wertheim, beken het hem en regel het met hem.’
Ook daarop kwam nog een antwoord uit Delft. Beste Dek, ik heb je verschrikkelijken brief ontvangen.’ Dát ‘verschrikkelijk’ was spottend! ‘ik moet naar Munchen schrijf mij nog eens daar heen. daarna kom ik u in Wiesbaden bezoeken.’
D. schreef echter niet nr Munchen. hij had niets te zeggen. hij wachtte ophelderingen van Plett. dat was al. Waarom wilde hij briefjes van D. hebben, en waarom schreef hij zelf niet? Ook begreep D. niet wat hij in Munchen te doen had en of er niet meer haast was bij deze zaak. Toen is er verder gebeurd wat ik op de datums van 23 en 30 Aug. ll verteld heb. Maar toen hij den 23 een kaartje zond hadden Marie Anderson en ik hem reeds 2 of 3 dagen alhier zien rondloopen of rijden met dames en heeren. Ook toen hij den 30ste dat briefje zond, was hij reeds zeer lang uit frankfort terug. want wij hadden hem ontelbare malen gezien. Wat in zijn briefje ook stuitend was, was dat hij zeide tusschen negen en tien. hij had dagen hier rondgeslenterd. Van 't ringetje hebben wij verder niets gehoord. Noch van hem ook. Maar D. zeide dat ringetje had hij toch in een doosje kunnen pakken en zenden.-
Dat alles is voor iemand in gewone omstandigheden ongelooflijk, dit weet ik. ik zelf zou het vroeger onmogelijk geacht hebben. doch nu niet meer. ‘men’ is slecht. Menschen die waarlijk eerlijk zijn van hart zijn witte raven. - Wij, of liever D. heeft dergelijke andere ondervindingen.-
Witte raven. dat woord witte doet mij denken aan mijne witte konijntjes. Donderdag heb ik 2 witte jonge konijntjes gekocht. een naaperij van M. Anderson die 't ook had gedaan voor richje een dag vroeger. Ze zijn pas 14 daag oud en bitter klein maar snoepig lief en gracieus. hun tehuis is een mandje met gras kool sla peen etc etc. ook eten zij brood. maar we laten ze heel veel rond loopen in de kamer en dat is 't liefst. Ze zijn zoo vlug als een watertje, zoeken alle nauwe hoekjes op, wasschen zich - zijn vroolijk, en zitten dan weer als een paar dikke musschen in elkaer gedoken te dutten. Met Max zijn ze beste vrienden en hij denkt er niet aan ze kwaad te doen. Dek heeft heel veel aardigheid in die beestjes en dat maakt ik ze nog liever heb.