[9 juli 1872
Aantekeningen van Mimi in Dagboek]
9 juli 1872
Aantekeningen van Mimi in Dagboek I. (M.M.)
9 Juli dinsdag. 2 uur
Daarzoo gaf D mij een proef over om nr de post te laten brengen. hij had juist het adres geschreven. Die taalstudie is aardig zeide hij. O niet, alsof ik alles zou aannemen wat Riecke zei, lang niet! maar 't is waar dat mij door de aanraking met hem als 't ware een licht is opgegaan. ik zie allerlei waaraan ik vroeger niet dacht. 't Woord Holland bijv. (hij had dat op 't adres geschreven) ik ben nu toch zeker - ja je zult zeggen wat is zeker? Zeker is dat vaderlijk komt van vader, dat neemt ieder aan. nu bij wijze van spreken ben ik even zeker dat Holland wil zeggen waterland. Hol... hoel... woel...
- Ja zeide ik dat is waar. 't is ook veel eigenaardiger dan een afleiding van hout Holzland. wat dan toch nooit een bijzondere eigenaardigheid van Holland was. wouden waren in Holland niet meer dan elders in Duitschland.-
Zeker en water wel. dat was de voorheerschende eigenaardigheid van 't land.-