Batavia, 12 Mei 1872
Waarde Vriend,
Mijn overbuurman, de heer Severijn, Multatuli's oudste kennis in Indië is van Inspekteur van Financiën tot resident van Probolingo bevorderd. Of het de vrucht dier promotie is, weet ik niet, maar wel, dat hij mij eergisteren, als eerste jaarlijksche contributie ten behoeve van mevrouw Douwes Dekker, een bankje van f50, - is komen brengen. Severijn bleef 36 jaren onafgebroken in Indië en kent hier de geheele wereld; daarbij is hij een grage prater. Dat doet mij de hoop koesteren, dat zijne belofte, de belangen van mevrouw D.D. met ijver te zullen voorstaan, niet geheel ijdel zal blijken. Als ik een wisseltje van f 50, - bekomen kan, zend ik het U met de eerstvolgende mail. Severijn woonde hier in der tijd (184...) in een kommensalenhuis met D. Dekker en 22 andere jongelui. Van die 24 man zijn er op dit oogenblik nog maar 3 in leven: Severijn zelf, D. Dekker, en Millard, thans in Nederland (den woordvoerder der belanghebbenden bij de suikerkultuur, bedoel ik).