het kreeg grote bekendheid door Schillers ballade Die Bürgschaft (1798), waar echter Damon de veroordeelde is en zijn trouwe vriend naamloos blijft.
assidu: volhardend, ijverig (fr.)
dabbler: knoeier, stumper (eng.)
Brussel, 3-3-'72.
Waarde Dekker! Ik was onattent door te veel attentie. Ik wou de koningin uit haar gevangenis verlossen en dacht niet aan haar man. ‘Knellende’ zorgen heb ik niet. Ik heb nu, dank de aanwijzingen van een vriend die in zaken is, de ijzeren spaarzaamheid van mijn vrouwtje, en mijne pennevruchten, sinds 1867 f 1000 jaarlijksche rente opgevoerd tot f 1500, en kan dus, al vloeit de bron van het schrijven in bladen thans zeer schraal, toch leven. Maar ik heb eene tijdelijke zorg, die mij te meer knelt, omdat het uitblijven van Loudon's beslissing mij den ganschen dag bezig houdt. Hoe langer zij wegblijft, des te onaangenamer ben ik gestemd. Aan de eene zijde uwe menschkundige beschouwingen over dien ‘lieven, algemeen geachten, allerfatsoenlijksten, gewonen’ banalen man; daartegenover zijne woorden: ‘ik zou zoo gaarne reeds hier iets voor u doen, maar met den besten wil van de wereld kan ik niet,’ en zijn plicht jegens de nagedachtenis van zijn overleden broeder, die de lafheid had mij te helpen verbannen en door den dood verhinderd werd dit goed te maken, waarop ik James wees.
Mij dunkt, er viel niet lang over mijne zaak te peinzen. Zij is zeven jaar aan de orde. James zei mij: ‘ik heb al uw stukken in mijn dispatch-box om ze aan boord bedaard te lezen.’ De banjirs zijn hem zelfs eene goede reden om mij eene betrekking te hergeven, al zei ik hem: ‘Ik verlang van u dien zedelijken moed niet, want het ware een slag in 't aangezicht van de Regeering, de Kamers en 't Volk.’
Ik had gerekend op eene beslissing vóór 1 Maart, en daarop beloften aan boekverkoopers gegrond bij wie ik voor f350 aan boeken had gekocht in den waan dat 't Noorden zou blijven bestaan, waaraan ik in oorlogstijd f 142 per maand verdiende. Wie mij kunnen helpen, zouden niet willen; wie willen kunnen niet.
‘Isis?’ Ach neen, ik lees tegenwoordig weinig, juist door de spanning waarin L. mij houdt.
‘Lui in 't denken.’ Ja, maar aan den anderen kant geeft het lezen mij soms een idee, waarvan ik een art. voor eene krant maak.