Vergis ik mij niet, dan schreef ik U by de toezending van de proef van 't ‘Naschrift’, dat ik dat alvast had laten zetten om spoediger klaar te komen. Natuurlijk echter sloot dat de bedoeling niet uit om 't achteraan te plaatsen. Dat het op één vel geprest werd, was eenvoudig om U de proef niet noodeloos in 2 stukken te geven; de paginering dient enkel om den zetter de volgorde te doen zien bij 't geven der proef, als hij de verschillende pag. daartoe moet ordenen. In een woord, als nu die proef door U persklaar wordt gekeurd, blijft ze liggen tot het heele stuk afgedrukt is en dáárna vernummeren en verdeelen wij de pagina's (door lager te beginnen op no. 1, en door meer wit tusschen de regels te brengen) naar willekeur, zoodat aan alle bescheiden eischen van goeden smaak wordt voldaan.
Hindert U nu voortaan iets, schrijf dat dan eenvoudig op de proeven en regel alles precies zooals Ge dat goed acht. Als dan geen technische bezwaren dit verhinderen, zal steeds Uw verlangen opgevolgd worden. Gij behoeft U waarlijk nooit te vermoeien met over zoo iets een brief te schrijven; op die manier zoudt Ge verbazend veel kostbaren tijd verliezen. Mij aangaande kunt Ge U stellig verzekerd houden dat ik iedere billijke eisch zal doen uitvoeren. Wij kennen elkaar, hoop ik, nu al genoeg, dat tusschen ons over zoo iets geen misverstand kan rijzen.
Blad 4 is zeker al in proef bij U gearriveerd? Ik zond het gistr'avend. Daaruit zult Ge alles al nader begrepen hebben.
Spoedig over andere dingen meer!
Vriendelijk groetend
Uw toegenegen
GLfunke