[27 februari 1872
Brief van Multatuli aan Roorda van Eysinga]
*27 februari 1872
Brief van Multatuli aan S.E.W. Roorda van Eysinga. (RvE, blz. 143-144.)
latitude: speelruimte; vrijheid van handelen (fr.)
Reeds in de Havelaar: zie V.W. I, blz. 175.
Wiesbaden, 27 Febr. 1872.
Beste Roorda, Myn zet is: 12) f 6 - h 5.
De party zal nu weldra of zeer pikant worden, of beslist zyn. Ik heb boosaardige plannen, pas op!
In die andere schaakparty, waarin ge geen deel wilt nemen, geloof ik goed te staan. Dit moet u vreemd schynen. Ik houd uw ‘neen’ voor ondoordacht, en wanhoop niet u tot een flink ‘ja’ te bewegen. Hoe dit zy ik wil winnen, en hoop u eenmaal te doen inzien 1o dat het kan, 2o dat het beproeven pligt is.
In 't stuk over Atjin heeft Marietjes vader den vinger op de juiste plek gelegd. Het is zeer aardig dat ik, toen me de behandeling der zaak voor den geest zweefde, aan gelyksoortige inkleeding dacht. Ook ik had Maurits en 't Atjinesche gezantschap er by gehaald. Maar ik smoorde myn indruk, gelyk ik zeer dikwyls doe, omdat het aanroeren van die plannen tegen Atjin noch dat rykje baat, noch de zaak