zou bydragen. Doch aan den anderen kant, ik heb niets dan den opbrengst van myn arbeid waarover zeer dikwyls reeds lang vooruit is beschikt. Ook behalve de hieruit voortspruitende bekommering, zyn er nog andere zaken die myn gemoed bezwaren, zoodat ik vaak uit verdriet niet werken kan. Als nu 't een by 't ander komt, word ik machteloos gemaakt. (Op die wyze zyn er in 't jaar 69 misschien 2, 3 bundels Ideën ongeschreven gebleven, een bankroet aan arbeid dat nooit intehalen is!)
Ook ik had behoefte aan geld, en liefst voor Ult.o Ik zag er tegen op, U dat te zeggen, en daarom antwoordde ik niét, al peinzende hoe ik 't zou uithouden. Ik geloof dat weinig schryvers met zúlke bezwaren te kampen hebben! Gedurig had ik 't een of ander boek te bestellen, (zoo als nu byv. Wallace, the Malay Archipelago en Veth's vertaling om de noten) of wel andere dingen te doen (een reis naar Keulen waar ik een cause célèbre naspoor die in 1818 heeft plaatsgehad) en dan ontbreekt me telkens het eerst noodige: geld! En niet alsof zoo iets later weer terecht komt! Hoe zal ik dit uitleggen. Als ik gestoord word in myn arbeid, is myn stemming weg, en dikwyls volgt daaruit maanden machteloosheid. Er gaan voor my duizenden verloren, als ik op honderden wacht. Sedert ik Uwen brief ontving, was 't my letterlyk onmogelyk iets te doen! Daar ligt een br. van den heer Wintgens van denzelfden datum als de Uwe, waarop ook antwoord gevraagd wordt, en 't is me onmogelyk hem te schryven. Na 't gebeurde in 69 met v. Helden - buiten zyn schuld, dát weet ik wel - ben ik zoo zenuwachtig dat de minste stoornis van dien aard, my onbekwaam maakt. De gevolgen van dat jaar zyn voor my dan ook al te erg! Ik klaag niet over 't hongerlyden dat ik gedaan heb - letterlyk! ik had zelfs geen droog zwart brood meer! - maar over de werkeloosheid die voortvloeide uit de ergernis daarover. Op dit oogenblik byv. is 't my onmogelyk iets te doen. Dat is toch hard. En meen nu in godsnaam niet dat ik my alleen erger voor my zelf. Neen, juist dat ik nu verplicht ben by U aantekomen met dat geseur, maakt het nog erger. Myn aard zou meebrengen U te antwoorden: o geld komt er niet op aan, dat is byzaak!
Dit zou nu vooral het geval wezen, omdat ik Uwe voorstellen over 't nu gezondene zoo flink en mooi vind. Ik zou er dan ook niets tegen hebben om later, als U bleek dat f400, - (waarvan ik reeds f200, - ontving) te hoog getaxeerd was, dat cyfer te verminderen,