Volledige werken. Deel 14. Brieven en dokumenten uit de jaren 1870-1871
(1982)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 652]
| |
Padua 16 December 1871 Waarde Heer Potgieter Wel was t' mij eene groote teleurstelling mijn plan om met mijne kinderen zamen te zijn te moeten opgeven, maar ik oefen me steeds in geduld, en voor t' oogenblik ben ik heel dankbaar dat ik veel lessen heb, ik klaag dus niet. Eduard is zeer te vreden met zijne betrekking en de Heer Bloementhal zeide mij van daag, dat hij zoo bijzonder goed werkte. Nonni gaat nog op school zij is door iedereen bemind en hare vorderingen op de school laten niets te wenschen over. Alles laat zich een weinig beter aanzien, doch bezwaren zijn er altijd, op t' oogenblik heb ik waarlijk groote behoefte aan warme kleeren en daar ik niet in staat ben, ze mij nu aan te schaffen, kom ik weder bij u om hulp vragen, Als de kleine kas t' gedoogde mij voor dat but te helpen zoude ik regt dankbaar zijn. de vrees voor mijne gezondheid te risqueren, geeft me moed U dit te vragen, want ik moet mij voor kou wachten en daar ik nu bij de eerste familles in Padua kom, moet ik mij ook een weinig goed gekleed zijn. Waarde Heer Potgieter, nogmaals verzoek ik U mij niet voor onbescheiden te houden, U weet niet hoe moeijelijk t' mij valt U dit weder te vragen, maar ik geloof dat t' mijn pligt is en dan doe ik het. Van harte hoop ik dat het aanstaande jaar U veel geluk zal aanbrengen, en dat U gespaard zult worden van moeijelijkheden waar t' leven vol van is. Weest steeds overtuigd dat ik U zeer dankbaar ben en geloof mij met de meeste achting en vriendschap E.H. Douwes Dekker geb. van Wijnbergen |
|