ren dat er tusschen auteur en uitgever, om 'n werk goed te doen marcheren, eene verstandige welwillendheid moet bestaan.
Daar ik nu niet de eer heb U persoonlyk te kennen, kan ik niet beoordeelen in hoeverre ik dáárop zou mogen staatmaken, en deze onzekerheid maakt my de beantwoording van Uw schryven zoo moeielyk.
Het voorbygaan van een auteur by 'n herdruk van z'n werken - in 't buitenland zou men 't ongehoord vinden - is een misslag.
Een schryver heeft altyd correcties te maken en die verhoogen de waarde van 'n éditie. Ik zie er zeer tegen op, Uwe Uitgave myner Ideën te zien. Aangenomen dat daarin weinig of geene eigenlyk gezegde drukfouten voorkomen, dan is toch het machinaal nadrukken in 1870 & 1871, van een werk dat in 1862 geschreven werd - op z'n zachtst gezegd, zonderling! Het spreekt van zelf dat ik fouten maakte in styl, uitdrukking, in betoogtrant, fouten van commissie en omissie, en nu moet ik 't aanzien dat die fouten door 'n herdruk voor goed worden geykt. De lezers die na ons komen immers, zullen 't niet gelooven dat men in 'n land dat zich beschaafd noemt, een schryver wiens werken 8 jaar na de eerste verschyning op nieuw worden herdrukt, niet zou hebben verzocht zyn werk te herzien! Want al begreep men eenigzins zoo'n verzuim uit 'n oogpunt van beleefdheid, van waardigheid, van iets als eerbied voor wat men talent gelieft te noemen, men zou dan toch immer zoo'n blunder dáárom onmogelyk achten wyl het belang van den editeur het inroepen van des schryvers medewerking medebrengt.
In ons verlicht Holland schynt dit nu eenmaal usance te zyn. Ook van de nieuwe Havelaars-éditie ontving ik de eerste en eenige tyding uit de courant!
Hoe dit alles zy, hoofdzaak voor 't oogenblik is dat de ondervonden handelwyze my nu het beantwoorden Uwer missive van 24 Juli moeielyk maakt. Door inmenging in de zaak zou ik nu als 't ware aansprakelyk worden voor de stukken die reeds verschenen zyn. Ik ben verantwoordelyk voor wat ik in 62 schreef, zóó als dat in 62 gedrukt is. Over vergissingen, dwalingen, onjuiste beschouwingen enz. kan ik my steeds ter staving van goede trouw beroepen op den datum, maar 't machinaal nadrukken kán niet anders voortbrengen dan een onding. Ik ben in 't bezit van bundels reclamatien, aanmerkingen, verzoeken om toelichting, opmerkingen &c &c die sedert jaren op