Ja, het huwelijk is voor de meesten nuttig, niet voor studenten als Humboldt, v.d. Tuuk enz., maar vooral voor tuchtelooze verkwisters als ik, die een zacht gareel behoeven. Eene lieve opmerking van mijne vrouw bespaart mij de onbeschoftheden van schuldeischers. In plaats van ambtenaar, denk ik er nu aan redactr in Indië te worden, zoo ik mijne vrijheid herkrijg. Ik betaal dan mijne schulden, zonder in eene valsche stelling te komen. Zwijg s.v.p. hierover. Misschien zou men mij juist daarom mijne vrijheid blijven onthouden. Word ik redacteur, zoo vertrouw ik op U.-
Is die Plettenberg niet eeuwig student te Delft? Dan ken ik hem eenigszins. Als ik geld had, bleef ik ook altijd student, maar niet te Delft. Men heeft mij uitgenoodigd eene voordracht te komen houden te Roermond. Ik zal spreken over de deugden der Javanen. Dit zal toch niet onvruchtbaarder zijn dan de Mij tot Nut v.d. Javaan.-
Later over de mieren, vrij wat interessanter dan de Hollanders. Réville is boos over mijne bewering, dat als een ‘moderne’ niet ter kwade trouw is, hij eene valsche plooi in zijn' geest heeft. Hij noemt dit argument ‘niet ernstig’.
Ik spreek vrij met u, omdat ik aanneem, dat mijne brieven, zoo Gij kwaamt te vallen, niet in verkeerde handen zullen geraken, bvb. van letterk. executeuren. Doordien ik niet alleen woon, bestaat daarvoor hier geene vrees.-
Ik geloof, dat als zoowel gelijk staat met indien als wanneer en uwe opvatting van wanneer (lorsque) is, naar mijn inzien, de juiste. Zou als niet zijn quand, dat mij toeschijnt ook dubbele beteekenis te hebben? Uwe voorstelling van Stieltjes deed hem in mijne schatting dalen. Als zijn onderhoorige had ik twee scènes met hem, waarin hij zich laf gedroeg. Over de eerste toonde hij ruiterlijk schuld; bij de tweede was de valsche schaamte hem te sterk. Hij wordt te weinig belangloos, moedig, misschien uit zorg voor zijn kinderen. Toch is 't verschijnsel treurig. Maar de menschen vinden 't prijzenswaard, althans de tijdgenoot. Over eene eeuw echter zal men, geloof ik, b.v. Diderot hooger stellen dan Voltaire en Göthe.-
Brandmerk in Uwe Idéen die valschheid in geschrifte van Sloet in de spoorwegzaak. Bedenk, dat zij eeuwen zullen leven en sta daarom niet stil bij ‘uiligheden’ als die van 't Noorden. Daarvoor zijt gij te groot. Het volgende geslacht zal geen Noorden kennen. Dezer dagen