Volledige werken. Deel 14. Brieven en dokumenten uit de jaren 1870-1871

[januari 1871
Ingezonden Stuk van Huisman]

Omstreeks 15 januari 1871

Ingezonden stuk van H.H. Huisman, waarschijnlijk in De Toekomst. (Knipsel M.M.)

Voor stijl en inhoud van dit artikel zie Multatuli's brief aan Huisman d.d. 12 januari.

[p. 373]

Aan Multatuli.

Amsterdam, 12 Jan. 1871

Multatuli!

Is de oud-officier die u, in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, van onwaarheid beticht, in zijn recht? Ik, Sentot, verlang dit te weten. Tot nog toe heb ik opgemerkt: dat ieder zich, heel voorzichtig, onthield om u een démenti te geven - en 't zou mij dus bedroeven nu te ontwaren: dat gij gelogen en dus in dit geval gelasterd hadt! In naam der billijkheid, die men ook Duymaer van Twist schuldig is, sommeer ik u: om op de aanklacht van dien oud-officier te antwoorden. Indien gij u van de aangewreven blaam niet zuivert, zoudt gij het vertrouwen dat ik steeds in u stelde, verliezen.

Ik zeg u: er zijn velen - wie telt ze? - die in u een voorganger zien in den strijd tegen leugen - en ook zij hebben recht om te weten, of gij nu zelf aan 't liegen zijt gegaan.

Ik doe deze vraag omdat het juist nu de eerste maal is - sedert gij zijt opgetreden in 't publiek - dat gij van eene onwaarheid wordt beschuldigd.

Wel vind ik het hoogst zonderling en raadselachtig, dat men - na een tiental jaren te hebben gezwegen - nu voor 't eerst u zóó aanvalt. Doch ik vertrouw dat gij dezen aanval waardig het hoofd zult bieden en zegevierende ook uit dien strijd te voorschijn zult komen. Na groeten

uw vriend

Sentot.

De Nederlandsche bladen worden vriendelijk verzocht,

deze sommatie over te nemen.

Sentot