[24 oktober 1870
Brief van Des Amorie vd Hoeven aan Multatuli]
24 oktober 1870
Brief van H.A. des Amorie van der Hoeven aan Multatuli. Dubbel velletje blauw postpapier, waarvan drie bladzijden beschreven. (M.M.)
den Haag, 24 Oct
Waardste Dekker,
Aan Uw verlangen omtrent de copij voldoe ik dadelijk. Zeker kunt ge voortgaan met schrijven en zóó als ge goed vindt.
Uit het slot Uwer (aan Mr. vG) verzonden ‘mill. Studiën’ zie ik dat Gij wel ingenomen zijt met Is. J. Lion van het Dagblad. Ik ook met zijn talent, (dit liet ik meer malen drukken), maar uit zijn werk ‘mijn staatkundig leven’ blijkt dat hij tot de behoudspartij is overgeloopen omdat de liberale hem niet genoeg betaalde. Daarom rangschik ik hem, met Busken Huët, onder menschen met wie ik niets te doen hebben wil.
Jegens dien armen van Helden zijt Gij niet billijk. De vraag is niet of hij U nadeel berokkende, maar of hij het deed uit kwaadwilligheid.
Hartelijk gegroet van
tt
H A d A vd H