[17 september 1870
Brief van Des Amorie vd Hoeven aan Multatuli]
17 september 1870
Brief van H.A. des Amorie van der Hoeven aan Multatuli. Dubbel velletje blauw postpapier, geheel beschreven; de laatste regel in de marge. (M.M.)
Het papier heeft een gedrukt hoofdje: Mr H.A. des Amorie van der Hoeven Advocaat Rotterdam; deze plaatsnaam is doorgehaald.
De hieraan voorafgaande brief van Multatuli is niet teruggevonden, zo min als enige andere, door hem aan Van der Hoeven gericht.
den Haag 17 Sept.
Amice,
Tot mijn spijt kan ik U thans niet helpen. Onze inkomsten zijn voor ons niet voldoende, mijne verdiensten zijn tot nu toe geene, en mijne vrouw maakt zich daarover (meer dan ik) ongerust. Zij voelt zich, vooral voor zichzelve, tot groote zuinigheid genoopt, en koopt niets dan 't hoog noodige. Mag ik, in die omstandigheden, U helpen, terwijl ik die hulp zelfs aan een lid mijner familie te Parijs niet kon verleenen? Het valt mij hard dit te schrijven, maar ik mag niet anders. Was ik hier meer bekend, of liever kwam ik in societeiten en onder menschen, dan zou ik U magtiging vragen om een beroep op de belangstelling van meerderen te doen, en te trachten eene som te verzamelen van eenige beteekenis, maar ik kom nergens. Zoudt ge mij niet iemand kunnen en willen opgeven, dien ik zou kunnen uit-