[8 juni 1870
Brief van Multatuli aan Mimi]
*8 juni 1870
Brief van Multatuli aan Mimi. (Brieven IX, blz. 20; Brieven WB IX, blz. 20.)
Carpe: het hotel waar Multatuli verbleef.
een bitteren brief aan Tine: de tekst van deze brief is niet bekend.
Mainz, 8 Juni '70.
Lieve beste Mies, Je brief van... (begonnen Rotterdam, einde potlood na ontvangst van myn eersten: seelenvergnügt.)
Dat ben ik nóg. Dus: alles goed!
Ik werk, en alzoo: beschouw je maar nu reeds in al je ellende als Peabody.
Dat idee zal je helpen om je toestand te dragen.
Ik ben in jaren niet zoo fier geweest en kalm. Niets verschrikt me. Als Humberts aanklopt of zyn advocaat, zal ik glimlachen. Er is geen nood. We zyn ryker dan ooit. O Fancy is heerlyk!
Wees niet neergeslagen. Voel je voortaan als bemiddeld en later ryk. Zoo zal 't zyn. In Carpe begint men my zonderling aantezien, als verkleedde prins geloof ik, die eens geen geld heeft uit luim.
Ik win!
Zorg goed dat je m'n brieven krygt.
Ik gaf order myne brieven aan jou af te geven. Lees, maak korte inhoud, en zend me dát.
Feuilleton Noorden wordt mooi. Jammer maar eens in de week. 't Is zeer interessant voor wie lezen kan. 't Is koddig en diep tegelykertyd. Liberalismus en Ideen is ook goed.
Alles vlot me. Je zult er van hooren.
Vrye Studie al gecorrigeerd. Nu volgt de commentaar. Het eerste nummer is langer dan 't heele stuk.
Ja, schryf aan Tine. Niet te kras. Ik ben woedend, maar... ik durf de kinderen niet vervreemden, daarom kan ik niet schryven.
Zeg maar hoofdzakelyk... och, ik weet niet! Zeg wel dat ik raad weet, en reeds wist voor 10, 12 dagen, maar dat haar vertrek de taak allermoeielykst heeft gemaakt.