[6 juni 1870
Brief van Multatuli aan Tersteeg]
6 juni 1870
Brief van Multatuli aan D.F. Tersteeg. Enkel velletje postpapier, aan beide zijden geheel beschreven. (L.M.'s-Gravenhage; fotokopie M.M.)
Mainz 6 Juni 70
Geachte heer Tersteeg,
Dank voor de ontv. f100. Heden avend gaat kopy op de post, aangeteekend.
Debiteer my svp voor die telegram.
Gy schreeft haastig, en ik schryf 't daaraan toe dat ik nog niets weet van vermoedelijke maandel. ruimte voor myn werk in Nederland. Ge begrypt dat men by 't openen eener kampanje noodig kan hebben te weten hoe ruim 't terrein is.
Ook ik eindig in haast want ik heb veel te doen.
Indien ge my proef zendt, reken er op dat ik altyd met ommegaande correctie zend. Zoo als trouwens alles.
Na vriendelyke groete tav
Douwes Dekker
De groete aan myne vrouw? Ach ze zwerft, nog weet ik niet of ze te Padua is aangekomen, waar die vriendin haar wachtte.
Maar door veel te arbeiden zal ik dat alles veranderen
Vroeger kón ik dat niet, om redenen die niemand weet. Van daar 't scheef oordeel. Onkunde is 'n kwaadaardig regter.
Wonder is 't niet dat ik in de war geraakt ben. Allerlei bitterheid is als 'n lawine over me heengevallen. De gedwongen vlugt myner vrouw uit den Haag - ze kón 't niet langer uithouden - het zorgen voor haar op de reize, het regelen der achtergebleven zaken in sHage, - de meubels &c die meer dan f3000. hadden gekost - zyn aan 'n jood voor f600 verkocht, - en hy betaalt niet! - Dan myn gêne hier, - men weigert me eten, en sedert 6 dagen voed ik me met... koekjes omdat 'n banketbakker me krediet geeft-
Dit alles zy de verklaring der slordigheid met die kopy.
Ook kan ik moeielyk iets wegsluiten.