Litterarische bombast.
Ook het genie is niet gewaarborgd tegen schermen met hooge woorden. Dit aan het adres van Multatuli.
In ‘Pruissen en Nederland’, heet het ergens, dat er zijn moet een wapperende vederbos die vóórgaat, geen slaapmutsen van geachte leden. Multatuli had daar een dinastieke bui. En Cd. Huet juichte hem toe. Die beeldspraak nu heeft geen pas. Natuurlijk moet er zijn iemand die voorgaat. Maar of die man een pluim of een slaapmuts op heeft, doet er niet toe.
Heeft de beeldspraak eenigen zin dan moet ze strekken om te bewijzen dat een koning per se een wakker man en dat afgevaardigden per se slaperig zijn. Maar het quod erat demonstrandum blijft uit!
Elders vindt M. goed dat men Troppmann gedood heeft. Een tijger slaat men ook wel dood, zegt hij. Welk een argumentatie! Een tijger is geen tijger - tenzij in verzen - en een tijger is geen mensch. Er zijn geen voorbeelden van dat een tijger ooit in een nuttig lid der maatschappij is herschapen. Maar wel zijn er voorbeelden van dat een Troppmann onder eene geschikte behandeling in een goed mensch is herschapen.