Volledige werken. Deel 14. Brieven en dokumenten uit de jaren 1870-1871
(1982)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
[pagina 9]
| |
Na de beide delen xii en xiii, waarin veel plaats moest worden ingeruimd voor Multatuli's talrijke journalistieke bijdragen Van den Rijn, bestaat dit veertiende deel weer overwegend uit brieven en dokumenten. Ze betreffen opnieuw een paar belangrijke en bewogen jaren, maar dat is bij Multatuli bijna steeds het geval. De tragedie van de gezamenlijke tijd in Den Haag kwam ten einde toen Multatuli begin april 1870 naar Duitsland vertrok en enige weken daarna Tine met de kinderen naar Italië. En intussen begon er een periode van grote creativiteit: de reeks Ideën werd voortgezet, de tweede brochure over Vrye Arbeid kwam in druk, de Millioenen-studiën gingen verschijnen, evenals de Divagatiën over zeker soort van Liberalismus; en ondanks de teleurstellende ervaringen met deze twee publikaties schreef en publiceerde Multatuli zijn derde bundel Ideën en de briljante Duizend en eenige hoofdstukken over Specialiteiten. Temidden van dit alles heeft zowel de frans-duitse oorlog, die om zo te zeggen rakelings langs hem heen ging, als het emotionerende en grievende optreden van de zg. Multatuli-Commissie een incidenteel karakter. Maar essentieel werd het feit dat er in 1871 een einde kwam aan Multatuli's contacten en contracten met kleine, niet kapitaalkrachtige en ook niet altijd goedwillende uitgevers. In G.L. Funke vond hij eindelijk een zakenman die niet enkel begrip had voor de grootheid van zijn talent, maar ook voor de gecompliceerdheid van zijn karakter, een uitgever die noch als mecenas noch als weldoener optrad en niettemin zowel in financieel als in psychologisch opzicht een weldaad voor hem betekende. Daar de gewisselde brieven door de ontvangers met zorg zijn bewaard, is de correspondentie nagenoeg volledig intact. Dank zij de grote welwillendheid waarmee Mevrouw J. Funke ons de handschriften ter beschikking heeft gesteld, is het mogelijk de dokumentatie van deze unieke verstandhouding tussen uitgever en auteur integraal te publiceren. In deze jaren begint eveneens de belangrijke correspondentie met de | |
[pagina 10]
| |
radikale koloniale publicist S.E.W. Roorda van Eysinga. Ook die correspondentie wordt, voorzover ze binnen deze periode valt, in dit deel afgedrukt. Maar hoewel de brieven áan Multatuli goeddeels in handschrift bewaard zijn gebleven, moeten die ván Multatuli wel als verloren worden beschouwd. Het is helaas een van de talrijke gevallen dat dokumenten die aan het begin van deze eeuw nog beschikbaar waren, inmiddels onvindbaar zijn geworden. Terwijl de brieven van Roorda uiteraard zijn opgenomen overeenkomstig de handschriften, moesten die van Multatuli noodgedwongen worden herdrukt overeenkomstig de in 1907 verschenen uitgave - en dus onder alle voorbehoud. Tot de verrassingen behoort tenslotte het dozijn brieven aan C. van Helden, de oorspronkelijke uitgever van Ideën iii, van welke moeizame relatie totnutoe nauwelijks iets bekend was. De authentieke brieven, destijds door Van Helden ontvangen, zijn niet teruggevonden; maar wat wel bewaard bleef, zijn eigenhandige afschriften van Multatuli en afschriften in de hand van Mimi. Als dokumenten uit éen van de treurigste perioden van Multatuli's leven blijken ze onvervangbaar. Evenals reeds bij deel xiii het geval is geweest, ben ik ook bij het samenstellen en bewerken van dit veertiende deel op voortreffelijke wijze geassisteerd door Drs. B.P.M. Dongelmans en mevrouw Alma van Donk. Behalve naar hen gaat mijn bijzondere dank uit naar de Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek die dit financieel mogelijk maakt. Garmt Stuiveling Hilversum, zomer 1981 |
|