Volledige werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869
(1980)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 588]
| |
De brief van Multatuli waarop het onderstaande het antwoord vormt, is niet terug gevonden. Zie ook 30 juli 1869.
Den Heer Douwes Dekker te 's Gravenhage. Haarlem, 3 Aug.s 1869 WelEdele Heer, Wij kunnen volstrekt niet nagaan wat in onzen brief van 30 Julij voorkwam 't geen Uwe gevoeligheid kan hebben opgewekt. In elk geval verzoeken wij U, te gelooven, dat het geenszins in onze bedoelingen heeft gelegen om U op eenigerhande wijze te krenken. Zoo het geweest is, dat de uitdrukking ‘mystificatie’ U heeft getroffen, dan moeten wij opmerken, dat die niet van ons was, maar van den Heer Hartsen, die de zaak zoo hoog opneemt, dat hij ons meldt aanvankelijk er over te hebben gedacht om de Haarl. Courant openlijk aan te vallen, 't geen hij nog wil doen, doch wat wij liever niet hadden. Het is en blijft alzoo de vraag, wat wij aan den Heer Hartsen moeten antwoorden omtrent de Mainzer Beobachter. Er ons mede vleijende, dat wij daartoe alsnog door U in staat zullen worden gesteld, hebben wij de eer te verblijven UEd. Dw. Dienaren, |
|