Conferencie's van Multatuli, te Gent.
Wij verklaren ons onbekwaam om een verslag te doen over de voordracht, welke de heer Douwes Dekker, de beroemde nederlandsche schrijver, zaterdag avond in de Sodaliteit heeft gegeven. Onze lezers daarvan slechts eene flauwe gedachte doen opvatten is nog onmogelijk. Welke rijkheid in verhevene gedachten! welke kunst en originaliteit in den vorm! hoe fijn, hoe verrassend zijn zijne zetten! hij is nu eens vol kracht, vol vuur, dan weêr vol teederheid en bevalligheid. Beurtelings verheft hij het hert, stort hij verontwaardiging in de ziel, roert hij ons gemoed, lokt hij een lach op den mond of een traan in het oog.
En welk ontwerp! Vrije studie, dit is, de vrije ontwikkeling van den mensch, het onbelemmerd streven naar waarheid.
Men heeft gezegd Multatuli heeft een onbetwistbaar schoon en machtig talent, Multatuli is een kustenaar, maar hij is geen practisch man, gelijk overigens alle denkers. Hij echter beweert een practisch man te zijn en niets anders. Hij wil geen kunstenaar wezen; hij spot met de vormen; hij wil niet ‘mooi’ schrijven of spreken gelijk het heet; hij overtreedt alle conventien, en tot het publiek, dat hem een kunstenaar noemt, zegt hij ‘ik veracht u met groote innigheid!’ Maar wat hij ook doe, ondanks dit alles blijft hij een onvergelijkelijke schrijver, die de taal bedwingt en plooit tot schildering van ware schoonheden, met eene pracht van kleur die verrukt, met eene teekening van juistheid die treft, met eene zekerheid die verwondert. Ja, Multatuli is een kunstenaar, een groot dichter, maar ook een practisch man; ten minste hier in deze voordracht is hij het ten volle. Is niet de strijd tegen vooroordeel en leugen practisch mogelijk? kunnen niet de belemmeringen en beletsels van het zoeken naar waarheid zoo niet allen worden weggenomen, dan toch worden verminderd!
(Gents. Mercurius)