Aan de kiezers.
Dan zou ik aan dat volk vragen om eene plaats in de vertegenwoordiging... om te protesteeren...’
max havelaar, Deel 11, pag. 183.
Ik wijs u op Multatuli's ‘Indrukken van den dag’, (zijn beroep op de kiezers, 7 October 1860). Ik meende goed te doen eenige regels van sommige bladzijden te herhalen:
‘Het is tijd en meer dan tijd, dat de Kamer wete, dat het der natie onverschillig is, wie de ministeriële zetels bekleeden; dat het Nederlandsche volk moede is van die partij-kwestiën, waarbij het slechts individuën geldt; dat zij van de Regering verwacht de ontwikkeling van hare zedelijke belangen, van hare materiële hulpmiddelen en van hare politieke regten; van hare Vertegenwoordiging; dat zij wake voor die regten, dat zij een heilzaam tegenwigt tegen mogelijke willekeur vorme, een kracht en steun schenke, wanneer de Regering haar pligt vervult.’
Bl. 49.
‘Ik zie namelijk geen heil in uitsluitend behoud, evenmin als ik heil verwacht van oppositie quand même, of van een liberalisme, dat Westersche vormen zou willen geven aan Oostersche zaken.
‘Ik geloof integendeel, dat er iemand noodig is, die zonder eenige afhankelijkheid van partijbegrippen het goede voorstaat, onverschillig of het moet worden daargesteld als iets nieuws, of behouden uit het reeds bestaande.’
Bl. 57.
‘Ik ben kleurloos in dien zin, dat ik huiveren zoude de begrippen aan te kleven dergenen, die heil verwachten van streng behoud. Ik wensch