[10 december 1868
Verslag in Provinciale Friesche Courant]
10 december 1868
Verslag van Multatuli's voordracht d.d. 7 december in de Provinciale Friesche Courant. (Provinciale Bibliotheek van Friesland, Leeuwarden; fotokopie M.M.)
- De heer Douwes Dekker (Multatuli) heeft gister avond voor een vrij talrijk publiek, circa 140 personen, waaronder een zeer klein aantal dames, gesproken, en heeft op nieuw getoond groote talenten als schrijver, dichter en spreker te bezitten.
Was men zeer ingenomen met zijne voordracht, puntige soms zeer scherpe woorden in het aanwijzen van maatschappelijke en letterkundige gebreken, minder was dit het geval met het gekozen onderwerp; althans er waren er die dit niet konden toejuichen. De zinspelingen waren met een te doorzichtigen sluier gedekt, zoodat men het niet prijselijk vond de hooggeplaatste personen derwijze in hun privaat leven ten toon te stellen en als onbeduidende wezens te ridiculiseren. De achting en eerbied voor 't wettig gezag moeten niet worden ondermijnd.
Of deze dramatische schetsen in den smaak vallen? Bij eenigen wel; er zijn altijd die liever het kwade dan het goede van de grooten der aarde vernemen. Doch worden ze er wijzer en beter door, of wordt hunne ontevredenheid en wrevel er door gevoed?
De schrijver van den Max Havelaar is rijk met geesteskracht bedeeld en tot edeler en nuttiger werk in staat. Hij kan door zijn letterarbeid wel noodiger waarheden verkondigen en zal daardoor meer nut stichten.