Volledige werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869
(1980)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |
Groot-Brittanië en Abessinië had de abessijnse vorst Theodorus II, keizer sinds 1855, zich niet ontzien de britse gezant gevangen te nemen. Engeland zond daarop een strafexpeditie onder generaal R.C. Napier. Toen deze op 13 april 1868 Magdala veroverde, pleegde Theodorus II zelfmoord. | |
Van den Rijn, 21 Julij.De Rijnsche bladen bevatten allerlei bijzonderheden omtrent het verblijf van Koning Wilhelm te Ems. Z.M. heeft dezer dagen een uitstapje gemaakt naar de badinrigting Laubach, bij Coblenz, en is daar met muziek en gejuich ontvangen. Men schrijft uit die plaats, dat door het aanwezige gezelschap (grootendeels uit vreemdelingen bestaande) herhaaldelijk geroepen is: ‘Leve Wilhelm de Groote!’ - Onder de personen, die te Ems aan den Koning zijn voorgesteld, behoort ook de heer Rohlfs, de geleerde, die een groot gedeelte van Africa doorreisd heeft en bij de inneming van Magdala tegenwoordig is geweest. Hij heeft den Koning het staatszegel van Koning Theodorus, benevens een armband en eene haarnaald van diens gemalin aangeboden. Tevens kweet de heer Rohlfs zich bij deze gelegenheid van de reeds twee jaren geleden hem door den Sultan van Bornu, in Midden-Africa, gedane opdragt, om Koning Wilhelm van zijnentwege broederlijk te groeten. - De tweede verjaardag van den intogt der Pruissen te Frankfort leverde de blijken op, dat het der pruissische Regering nog niet gelukt is, de bevolking met den nieuwen stand van zaken te verzoenen. De stemming is zeer gedrukt; de zachtste uitdrukking is, dat men berust; doch meer te verzekeren, zou gewaagd zijn. Men vond dezer dagen alom oproerige plakkaten aangeslagen, en aan vele woningen werden opruijende vliegende blaadjes afgegeven. |
|