[23 maart 1868
Brief van Multatuli aan Huet]
23 maart 1868
Brief van Multatuli aan Cd. Busken Huet. Dubbel velletje postpapier, tot bovenaan blz. 3 beschreven (U.B. Leiden; fotokopie M.M.)
's Hage, Maandag
Waarde Heer Huet.
Hierby Erdan, la france Mystique en een pakje zegeltjes voor Gideon. Er is veel kaf by, maar misschien een enkel graantje dat hy gebruiken kan.
Hierby ter inzage de brief van de Locomotief-uitgevers. Ik had verzocht my wat tyd te gunnen voor ik antwoordde. Nu zal 't - by 't mislukken myner Haagsche expeditie, - tyd zyn te beslissen, of ik zoo iets doen kán. Ik vrees: neen. Zoo'n courant schynt alleen scherpten en vittery te kunnen gebruiken, en dat kan ik niet leveren op kommando.
Wat ik, om overigens myzelf te zyn, zou noodig hebben, ware het verhoogen van 't Haarlemsche honorarium, en daar nu de Heer E. op dat voorstel ‘Né’ zeide, moet ik iets anders bedenken om in 't leven te blyven.
Eén ding is zeer jammer. Al ben ik nu in den Haag niet geslaagd, toch heb ik aan R. en ook v.Z. gemerkt, dat ik in hunne oogen waarde heb. R. en ook v. Z. bekenden dat myn steun het ministerie aangenaam wezen zou, ja, v.Z. vraagde er om. Welnu, dit belemmert my nu in het vinden van middelen om in 't leven te blyven. Indien ik