Voorts schryf ik:
‘Zyn ernstige wil is het goede te doen, en daar ook Uwe Excell. dit wil, enz.’
Een douceur met rang van vermaning.-
Ik hoop, ik hoop dat men U regtstreeks zal verzoeken daar te komen. Dat zou my een bewys zyn dat men luistert, en de bonne augure voor 't succes van andere wenken die ik geef.
Ik wacht met smart op de opheffing van myn straf. Een komiek Verhältnisz. Verbeelje een landredder die voor hy in functie treden kan &c.
Ik heb haast en groet u hartelyk.
t.a.v. DD.
Nog iets. Zoo ge tyd hebt, maak dan een bezoek by den braven Mr. Delbaere, regter te Leiden.
Hy was 10 jaren advokaat te Samarang. Indien ge één uur met hem spreekt (al meendet gy dat het discours niet belangryk was, gelyk ik voorzie) dan zal ik U eene opmerking mededeelen die het après-coup belangryk maken zal. Doch nu reeds kan ik 't zeggen: Vraag hem eens wat men op de hoofdplaatsen in Indie van de zaken weet? Hy is opregt en zal waarschynlyk erkennen dat hy uit den Havelaar voor 't eerst geleerd heeft hoe de boêl in elkaêr zat. Ik zeg dit niet om dat boek te verheffen, maar om de onwaarde te doen in 't oog vallen van de meeningen der liberaliserende Europenanen op de hoofdplaatsen.
Gy hebt geen introductie noodig. Maar wilt ge met mynen groet aan Mr. Delbaere, hem zeggen dat ik U hem aanbeveel, heel gaarne! Hy is tevens de vriend van Herman van der Hoeven op Batavia. (Ik ook!)
Ook te Batavia hebt gy geen introductie noodig. Anders wil ik V.d.H. schryven. Ik wou niet gaarne dat gy in een Logement afstaptet. Oók om de kosten, maar niet alleen daarom. Men heeft etwas Fingerweisung noodig in den beginne.
Mag ik hem over U schryven?
Hy is - schoon advokaat, en Bataviaan - een beste, knappe kerel. - Ik vraag aan 's Hage of men U myne brochure wil geven, om uw oordeel te weten. Gy weet dat ik aan zoo iets bezig ben, doch niet in welke relatie. Zwyg ook s.v.p. van 't U gezonden brokstuk.