belangen van een volk dikwijls niet in staat zijn, het hoofd te bieden aan eene vereeniging van bijzondere belangen.’
- De Kölnische-Zeitung laat zich uit Parijs schrijven, dat te Weenen ernstig spraak is van een huwelijk tusschen den Prins van Oranje en de oudste dochter van den voormaligen Koning van Hannover, Prinses Frederika, geboren den 9den Januarij 1848.
- Door de bemoeijingen der Ingelheimsche ‘Vereeniging tot Volksontwikkeling’ is eenige dagen geleden in die stad eene vergadering gehouden, die zeer talrijk bezocht geweest is en waarin geheel Rijnhessen vertegenwoordigd was. Als sprekers traden op de Volksvertegenwoordigers Kaibel, uit Ingelheim, en Metz, uit Darmstadt; voorts de bankier Bamberger, uit Mainz; de bekende koopman en tabaksfabrikant Carl Gräff, uit Bingen (een der grootste industriëlen van Hessen); dr. Görz, uit Mainz; dr. Metz (broeder van den Volksvertegenwoordiger van dien naam), uit Darmstadt, en meer anderen. Al deze sprekers eischten, naar aanleiding van staatkundige zoowel, als van economische onderwerpen, het toetreden van Zuid-Duitschland tot het Noordduitsch-Verbond, en laakten (onder acclamatie) de staatkundige rigting van den minister von Dalwigk. Wat de kwestie der vrijheid betreft, werd eene scherpe parallel getrokken tusschen den toestand in Pruissen en dien in Hessen-Darmstadt; welke vergelijking geheel ten nadeele van het laatste Rijk uitviel. De eenstemmig en met geestdrift aangenomen besluiten luidden als volgt: ‘1o Wij eischen de opheffing der Main-linie, door het toetreden van Zuid-Duitschland tot het Noordduitsch-Verbond, en de vorming van een gemeenschappelijk vaderland; 2o Wij verbinden ons, onverdroten te blijven arbeiden aan het herstellen van waarlijk vrijzinnige, burgerlijke en staatkundige toestanden in geheel Duitschland, en even onverdroten de reactionaire politiek, die in Hessen nog altijd den boventoon heeft, naar ons vermogen te blijven tegenwerken; 3o Wij betreuren de houding van het ministerie-Dalwigk in de zaak der romeinsche Conferentie, als
onduitsch; 4o Wij verbinden ons, alleen zulke mannen voor het Tol-parlement te verkiezen, die, behalve de vereischte kennis bezittende om algemeen-staathuishoudkundige en onze bijzondere plaatselijke belangen voortestaan, zich tevens zullen beijveren, het Tol-parlement tot een algemeen Duitsch-Parlement te maken.’
- De redacteur van den Stuttgarter Beobachter, de heer Maier, is,