Van den Rijn, 1 April.
Uit Berlijn verneemt men, dat, tot stijving van het Invaliden-fonds, in het paleis van den Kroonprins eene bazar zal worden gehouden. Daar zal onder anderen ter bezigtiging worden ten toon gesteld een album, bevattende de photografische portretten van de Afgevaardigden op den Rijksdag. Een Mainzer blad, dat berigt mededeelende, zegt te hopen, dat de Vertegenwoordigers der natie tevens, en wel voornamelijk, op andere wijze dan door het leveren hunner portretten de invaliden ter hulp mogen komen. ‘Het is zonderling (roept de schrijver van een hoofd-artikel dier courant uit), langs welke vreemde wegen men de nationale schuld tracht te voldoen aan de arme lieden, die den nationalen roem betaalden met hunne ledematen. Moest niet het onderhoud der dapperen, die gestreden hebben, even goed voorkomen op het budjet, als de soldij van de strijders, wier dapperheid, morgen of overmorgen welligt, noodig wezen zal ter verdediging des vaderlands? Is de ellende der verminkten minder eerbiedwaardig dan de moed en de goede wil der krijgslieden in de gelederen? Mag de toekomst onzer soldaten afhankelijk worden gemaakt van het al of niet slagen eener bazar, of tentoonstelling? De beste tentoonstelling zou zijn; het exposeren der verminkten zelven. Hunne wonden, lidteekenen en gebrekkelijkheid achten wij welsprekender dan de portretten der Afgevaardigden van den Rijksdag’.
- Volgens mededeeling eener Dusseldorfer courant, heeft de heer von Rothschild, van Frankfort, het paleis Cossi te Florence gekocht. Men maakt daaruit op, dat die financier voornemens is, een groot gedeelte des jaars in Italie doortebrengen.
- Onder de onlangs bij het pruissische leger aangestelde of bevorderde officieren merkt men de namen op van den Erfhertog van Saksen-Weimar, die tot ridmeester, en van Prins Nicolaas van Nassau, die tot generaal-majoor benoemd is.